Metadata Activeren; Network Scanner Tool (Nst) Configureren; Ftp-Bestemming Configureren - Sharp MX-AMX1 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 9

METADATA ACTIVEREN

Om Metadata versturen uit te voeren moet de beheerder van het apparaat eerst de metadatafunctie activeren door uw
productcode in te typen op het bedieningspaneel van het apparaat. Hieronder ziet u de procedure om de
metadataverzending te activeren voor elk model. Doorgaans wordt dit gedaan door de dealer die het geheel installeert.
Hoe u de Toepassingsintegratiemodule activeert:
[Voor MX-modellen:]
Volg onderstaande stappen wanneer [Instelling
gebruikersauthenticatie] niet is geactiveerd.
(Informatie over "Instelling gebruikersauthenticatie"
vindt u in de Handleiding systeeminstellingen.)
1
Druk
op
de
INSTELLINGEN].
Druk
op
2
[Beheerderswachtw].
Druk op de toets [Wachtwoord] en
3
typ het beheerderswachtwoord.
4
Druk op [OK].
5
Druk op de toets [Productcode].
Wellicht moet u door het scherm omlaag
schuiven om deze toets weer te geven.
Druk
op
6
[Toepassingsintegratiemodule].
7
Typ uw productcode.
N.B.
Hebt u een MX-model, dan kunt u de productcode invoeren vanaf de webpagina's. Meer informatie vindt u in
[Help] rechtsboven op de webpagina's.
De toets [Toepassingsintegratiemodule] verschijnt niet wanneer de netwerkscannerfunctie niet is geactiveerd.
NETWORK SCANNER TOOL (NST)
CONFIGUREREN
Volgens de standaard creëert NST nieuwe bestandsnamen op de computer. Wanneer met NST
metadatebestanden worden gerouteerd naar een applicatie van derden, laat u deze instelling uitgeschakeld. De
bestandsnaam die door het apparaat wordt gecreëerd, wordt gebruikt als kruisverwijzing tussen de afbeelding en
het XML-bestand. (Als u de bestandsnaam wijzigt in [Verzendinstellingen], zorg er dan voor dat u de bestandsnaam
zo configureert, dat hij niet meerdere keren kan voorkomen, b.v. door een unieke extensie te gebruiken (de datum
enz.) in de gegenereerde bestandsnaam. Op die manier vermijdt u dat een bestaand bestand op de computer wordt
overschreven door een verzonden bestand met dezelfde naam. Als de instelling voor de bestandsnaam blanco
blijft, zal de machine automatisch een unieke bestandsnaam genereren.)
We raden u aan om de metadata-bestanden te ontvangen met het bijbehorende Network Scanner Tool. Meer
informatie vindt u in de Network Scanner Tool User's Guide.

FTP-BESTEMMING CONFIGUREREN

Als u NST niet gebruikt, kunt u FTP-bestemmingen zo configureren dat de data direct naar een FTP-server worden
gezonden. Soorten FTP-bestemmingen configureert u op de webpagina's. Uitvoerige informatie over het
configureren van nieuwe FTP-bestemmingen vindt u in [Help] op de webpagina's.
toets
[SYSTEEM
de
toets
de
toets
[Voor AR-modellen:]
Druk
1
[Gebruikers-instellingen]
bedieningspaneel.
Druk
2
[Key-operatorprogramma's].
Voer de key-operatorcode in.
3
Druk de toets [Productcode].
4
Wellicht moet u door het scherm omlaag
schuiven om deze toets weer te geven.
Druk
5
[Toepassingsintegratiemodule].
Typ uw productcode.
6
3
NEDERLANDS
op
de
op
de
op
de
toets
het
toets
toets
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido