8
Voer de netwerksleutel in.
1 Voer de netwerksleutel in met behulp van de
numerieke toetsen.
2 Druk op [OK].
9
Selecteer <Ja> en druk op [OK].
10
Wacht na weergave van het scherm
<Aangesloten.> tot de Wi-Fi-indicator ophoudt
met knipperen en ononderbroken gaat branden.
Nl
Wacht na het maken van de verbinding ongeveer
2 minuten.
In deze tijd wordt het IP-adres ingesteld.
Als een foutbericht wordt weergegeven:
Druk op [OK] om het scherm te sluiten, controleer de
netwerksleutel en probeer het opnieuw.
Raadpleeg de volgende informatie als het toegangspunt
ook bij de tweede poging niet wordt gedetecteerd.
"Er wordt een foutbericht weergegeven" in de
e-Handleiding
Het IP-adres handmatig instellen:
"IP-adressen instellen" in de e-Handleiding
40
Controleren of het draadloze LAN correct
is ingesteld
1
Druk op
(Status Monitor).
2
Selecteer <Netwerkinformatie> en druk op [OK].
3
Selecteer <IPv4> en druk op [OK].
4
Selecteer <IP-adres> en druk op [OK].
5
Noteer het IP-adres.
6
Druk op
(Status Monitor).
7
Start een webbrowser op een computer,
typ "http://<IP-adres van het apparaat>/" in het
adresveld en druk op [Enter] op het toetsenbord.
8
Controleer of het scherm van de UI op afstand
wordt weergegeven.
Als het scherm wordt weergegeven, is de
verbinding tot stand gebracht.
Als het scherm niet goed wordt weergegeven:
"Veelvoorkomende problemen" in de e-Handleiding