I
Presentatie van het product en afstellingen
De melder EE883 is een actieve bewegingsmelder
360° (montage aan het plafond). Deze melder
met Hyper Frequentie technologie reageert op
bewegingen, los van de temperatuur. Dit apparaat
kan bewegingen achter dunne deuren, ruiten en niet-
metalen wanden detecteren.
Toepassing
Voor optimale detectievoorwaarden is het wenselijk de
volgende aanbevelingen in acht te nemen:
- Aanbevolen installatiehoogte: 2,5 meter.
- De detectiegevoeligheid (1m-8m) moet niet buiten de
te detecteren zone worden afgesteld, aangezien in dat
geval ook de bewegingen achter niet-metalen wanden,
deuren en ruiten gedetecteerd zullen worden.
Installatieadviezen
Bij installatie in een vochtige ruimte moet het afvoergat
8 op de beschermkap geboord worden.
Indien nodig, is er een af te breken kabeldoorvoer 9
voorzien op de beschermkap.
Uitstekende montage van de EE883
1. Draai de borgschroeven 4 van het kastje 5 los.
2. Verwijder het kastje 5.
3. Bevestig het kastje 6 op het plafond of aan de muur
met 2 schroeven (diameter van 4,5 mm en lengte van
50 mm).
4. Bekabel de melder volgens de aansluitschema's
(zie "Aansluitingen").
5. Plaats het kastje 5 terug.
6. Draai de twee borgschroeven 4 van het kastje 5
goed vast, om de afdichting hiervan te garanderen.
7. Stel de potentiometers af (zie "Afstellingen
potentiometers").
8. Plaats de beschermkap 7. Vergeet niet op de kap te
drukken, zodat deze goed wordt vastgeklikt.
Belangrijk
Na het voeden van de melder moet men
10 seconden wachten totdat deze geïnitialiseerd is.
Afstellingen potentiometers
Potentiometer 1 voor afstelling van de
1
detectiegevoeligheid (detectiezone)
Potentiometer 2 voor afstelling van
2
de lichtdrempel
Potentiometer 3 voor afstelling van
3
min.
de werkingsduur
max.
De detectiegevoeligheid, de lichtdrempel en de
werkingsduur kunnen d.m.v. de potentiometers 1, 2
en 3 met behulp van een schroevendraaier worden
afgesteld:
• Detectiegevoeligheid: tussen 1m en 8m.
De potentiometer 1 is voorafgesteld op een
standaard waarde van ca. 1m.
• Lichtdrempel: 2 tot 2000 lux.
De potentiometer 2 is voorafgesteld op een
standaard waarde van ca. 2000 lux.
• Werkingsduur: 5 s tot 15 min.
De potentiometer 3 is voorafgesteld op een
standaard waarde van ca. 5 s.
M
Te gebruiken in geheel Europa
Hierbij verklaart hager Controls dat het toestel radioontvanger in
overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere rele-
vante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
De CE verklaring van Hager kan worden gedownload via de
website:
www.hagergroup.net
2
3
Testprocedure (detectiezone)
Om de werking te testen en het detectiebereik aan
te passen, moeten de lichtdrempel op max. y en de
werkingsduur op min. 5 s gezet worden, op die manier
zal de melder onmiddellijk inschakelen, zodat u het
detectiebereik eenvoudig kunt aanpassen.
Inleesmodus
Zet, wanneer het daglicht de waarde bereikt heeft
waarop de melder het licht moet inschakelen in geval
van een beweging, de potentiometer 2 op
De sterkte van het daglicht is na 10 s geregistreerd.
Tijdens deze modus knippert de rode LED voor het
aanwijzen 2 keer per seconde.
Werkingen
Functie door middel van impulsen V
Op de potentiometer 3 zet de functie door middel
van impulsen de uitgang gedurende 2 seconden onder
spanning. Deze functie is niet gemaakt om rechtstreeks
lasten te bedienen, maar om bijvoorbeeld een tijdklok
in een trappenhuis te bedienen.
Functie permanente verlichting
Als er behalve voor het in- en uitschakelen een
schakelaar op de kring van de melder is geïnstalleerd
(zie aansluiting), beschikt men over de volgende
functies:
Belangrijk
De schakelaar moet snel ingeschakeld worden,
8
tussen 0,5s en 1s.
9
Werking met melder
1. Zet het licht aan (als de lamp op UIT staat):
• Schakel de schakelaar op de volgende manier in
"OFF" - "ON" ofwel 1 x UIT en AAN.
De lamp blijft gedurende de ingestelde tijd branden.
OFF
2. Zet het licht uit (als de lamp op AAN staat)
• Schakel de schakelaar op de volgende manier in
"OFF" - "ON" ofwel 1 x UIT en AAN.
De lamp gaat uit of gaat over op de detectiemodus.
Permanente verlichting (4u)
1. De permanente verlichting inschakelen:
• Zet de schakelaar op de volgende manier op "OFF" -
"ON" - "OFF" - "ON" ofwel 2 x UIT en AAN.
Deze handeling moet in minder dan 1,5 s worden
uitgevoerd.
De lamp gaat dan voor 4 uur over op de permanente
verlichting (de rode LED blijft branden). Deze gaat
vervolgens automatisch over op de detectiemodus (de
rode LED gaat uit).
OFF
1. De permanente verlichting uitschakelen:
• Schakel de schakelaar op de volgende manier in
"OFF" - "ON" ofwel 1 x UIT/AAN.
De lamp gaat uit of gaat over op de detectiemodus.
Gebruik/onderhoud
De melder is ontworpen voor een automatische
omschakeling van de verlichting. Deze is echter niet
geschikt voor speciale insluipalarmen, omdat deze niet
tegen vandalisme beveiligd is.
Een vuil oppervlak kan gereinigd worden met een
vochtige doek (geen reinigingsmiddelen gebruiken).
Parallel schakelen
Een parallel schakeling is mogelijk, maar men moet
en in Zwitzerland
daarbij uitkijken dat het maximale vermogen dat op een
melder kan worden aangesloten, niet overschreden
wordt. Alle apparaten moeten trouwens op dezelfde
fase worden aangesloten.
ON
5 s - 15 min
ON
OFF
ON
Technische kenmerken
Voeding
Frequentie van de melder
Detectiezone
Categorie van de ontvanger
Verbruik op standby
Werkingstijd uitgang verlichting
Lichtdrempel
.
Detectiegevoeligheid
Aanbevolen installatiehoogte
Accessoires voor bevestiging
2 schroeven Ø 4,5 mm en lengte 50 mm
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Isolatieklasse
Beschermingsfactor
Normen
RF Standaard ETSI, EN 300 440-1 V1.3.1
Voorafgaande bescherming
Max. installatiehoogte
Verontreinigingsgraad
Aansluiting
Wat de toen als ... ?
Na een stroomonderbreking
• De melder blijft werken met de aangegeven
lichtdrempel dankzij de potentiometer 2.
• Wanneer de potentiometer 2 in de inleesmodus
staat, blijft het ingestelde niveau van de lichtsterkte
in het geheugen opgeslagen, de melder begint niet
opnieuw met inlezen.
• Als u zich in de permanente verlichtingsmodus
bevond, keert de melder dan terug naar de
detectiemodus.
Ontijdige
- Controleer of de detectiezone niet
detectie
door een wand, deur of ruit gaat.
- Controleer of er niet een voorwerp
(bloem, gordijn...) of een ander
element in de detectiezone van de
melder beweegt en een nieuwe
inschakeling veroorzaakt.
- Verminder de detectiegevoeligheid
met behulp van de potentiometer 1.
- Controleer de afstelling van de
Het bereik
van de
gevoeligheid van de melder
melder is te
(potentiometer 1).
zwak
De melder
- Voorafgaande bescherming
krijgt geen
defect, apparaat uitgeschakeld.
spanning
Controleer de kabel met behulp
van een spanningstester, herstel
de voorafgaande bescherming, zet
de schakelaar aan.
- Kortsluiting
Controleer de aansluiting.
- Extra hotelschakelaar op UIT.
Onder spanning zetten.
- Gloeilamp kapot.
De melder zet
4 h
de lamp niet
Vervang de gloeilamp.
aan
- Overdag staat de
schemerafstelling op de
nachtstand. Stel deze opnieuw in.
- Extra hotelschakelaar op UIT.
Onder spanning zetten.
De melder
- Permanente verlichting
ingeschakeld (rode LED brandt).
zet de lamp
niet uit
De permanente verlichting
uitschakelen.
- Andere melder parallel
aangesloten en nog actief
Wacht op de tijdschakeling van de
andere melder.
Het toestel mag alleen door een
elektroinstallateur worden geïnstalleerd
volgens de installatienormen die van
toepassing zijn in het land.
230 V
v
50 Hz
5,8 Ghz +/- 0,075 Ghz
360°
2
1 W
5 s... 15 min
2... 2000 lux
1 m... 8 m
2,5 m
-20 °C —> +50 °C
- 35 °C —> +70 °C
II
IP54
EN 60669-2-1 ;
10 A (T ≤ +35 °C)
6 A (+35 °C < T < +50 °C)
2000 m
2
max 1,5 mm²
6E7652-02B