Optie
Operator
(Bediener)
Sample
(Monster)
4. Vul een beker met de aanbevolen hoeveelheid monstervloeistof die op het scherm wordt
weergegeven. Vul zo nodig meer van het oplosmiddel bij dat in de toepassingsnota is
aangegeven tot de sensor correct in het monster is geïnstalleerd.
5. Zet voorzichtig een magnetisch roerstaafje in de beker. Zorg dat er geen vloeistof wordt gemorst.
6. Bevestig de beker aan de sensorhouder.
7. Zorg ervoor dat het pictogram aan de onderkant van het scherm
instructies op die op het scherm verschijnen naast dit pictogram. Raadpleeg
aansluiten
op pagina 199 om ervoor te zorgen dat de buizen en de sensor goed zijn uitgelijnd.
8. Druk op Start om de meting te starten. De meetgegevens worden op het scherm weergegeven.
9. Als de standaard roersnelheid moet worden aangepast, druk dan op de omhoog en omlaag
pijltoetsen om de snelheid te verhogen of te verlagen.
Opmerking: Deze aanpassing geldt alleen voor de huidige bewerking. De standaard roersnelheid voor de
toepassing is niet gewijzigd.
10. Twee opties zijn beschikbaar tijdens de procedure:
Optie
Stop (Stoppen)
Skip (Overslaan) De huidige bewerking wordt afgebroken en er wordt direct naar de volgende
11. Bij afronding van de meting, druk op de pijltoetsen om de verschillende metingsweergaven te
zien.
12. Druk op Next (Volgende ) voor deze opties:
Optie
Replicate Sample
(Monster
repliceren)
New Sample
(Nieuw monster)
13. Druk op Exit (Afsluiten) om terug te keren naar het startscherm.
8.3 Spuitverificatie
Gebruik de spuitverificatieoptie om de nauwkeurigheid van de spuit te onderzoeken op basis van de
ISO 8655-norm.
Beschrijving
Verandert de operator-ID. U kunt kiezen uit een lijst van bevoegde
bedieners.
Naam monster: Wijzig de opgegeven naam van het monster.
Type: Druk op de linker en rechter pijltjestoetsen en selecteer het type te
gebruiken monster (Sample (Monster), QC of Define blank) (Definieer
blanco) voor de meting. Als Define blank (Definieer blanco) al voorheen is
geselecteerd, dan zijn twee soorten monsters beschikbaar (QC with blank
(QC met blanco) en Sample with blank) (Monster met blanco).
Beschrijving
De meting wordt afgebroken en er worden geen resultaten berekend. Door
deze optie te kiezen tijdens een Replicate Sample (Monster repliceren)
procedure, gaan alle gegevens in de reeks verloren.
stap in de procedure gegaan. De resultaten worden berekend uit de
beschikbare meetgegevens die voorafgaan op de selectie van Skip
(Overslaan). Door deze optie te gebruiken kunnen de resultaten minder
nauwkeurig zijn.
Beschrijving
Gebruik deze optie om dezelfde titratie op hetzelfde monster uit te voeren.
Dit wordt gebruikt om de herhaalbaarheid te bestuderen door
achtereenvolgens verschillende delen van hetzelfde monster te
onderzoeken. Na afloop van elke meting worden de gemiddelde waarde,
de standaardafwijking en de relatieve standaardafwijking weergegeven.
Gebruik deze optie om dezelfde titratie op een nieuw monster uit te
voeren. Er worden geen metingen m.b.t. de standaardafwijking of
relatieve standaardafwijking uitgevoerd.
gemarkeerd is. Volg de
De sensor
Nederlands 209