Nederlands
Теrminator ECM-R-WP
Electronische Controle Module
Installatie Richtlijnen
Waarschuwingen...
• Thermon verwarmingssystemen moeten altijd geïnstalleerd worden
met de correcte elektrische beveiligingen. Thermon adviseert altijd
een installatie automaat/zekering met aardlekbeveiliging toe te
passen.
• De installatie moet in zijn geheel voldoen aan de locale voorschriften
voor elektrische installaties (inclusief form PN 50207U voor Ex
systemen) en aan de IEC 60079-14 bij gebruik in explosiegevaarlijke
omgevingen.
• Component certifi caten zijn gebaseerd op alleen gebruik van
Thermon onderdelen.
• Schakel altijd eerst de spanning af, voordat de aansluitkast geopend
wordt.
• Voorkom elektrostatische lading. Uitsluitend afnemen met behulp van
een vochtige doek.
• Zorg dat zowel voor als tijdens de montage de open
verwarmingskabel uiteinden en de set onderdelen droog zijn.
• De minimale buigradius van verwarmingskabel is 32 mm (behalve
HPT deze is 57 mm en FP is 19mm).
• Personen die deze producten installeren zijn verantwoordelijk
voor het in overeenstemming zijn met alle van veiligheids- en
gezondheidsrichtlijnen die van toepassing zijn. De juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen (PPE) moeten tijdens het installatiewerk
gedragen worden. Neem bij aanvullende vragen contact op met
Thermon.
1. Schuif de desbetreffende isolatie doorvoerset (IEK) onderdelen over
de kabel.
2a. Montage methode 1: Monteer de montagesteun stevig op een
ongeïsoleerde leiding of steun pijp m.b.v. de meegeleverder
montageband.
2b. Montage methode 2: Monteer de montagesteun stevig tegen een
vlak deel m.b.v. schroeven, ringen en moeren (niet in deze set
aanwezig).
3. Monteer de opvoersok op de bovenzijde van de montagesteun m.b.v.
M5 x 8 mm schroeven en veerringen.
4. Voer de RTD voeler(s) in de grommet. Trek niet aan het uiteinde
van de RTD voeler als deze door de grommet in de opvoersok
doorgevoerd wordt. Trek aan het draadgedeelte de voeler door.
5. Snij het einde van de kabel schuin af om het doorsteken door het
doorvoerrubber mogelijk te maken. Zorg dat er een extra lus in de
kabel aanwezig is.
6. Steek de kabel door het rubber en de opvoersok heen.
7. Sluit de kabel aan met de correcte PETK aansluitset. Verwijzing
naar PETK installatie instructies. Duw eventuele overlengte van de
verwarmingskabel terug. Draai de moer vast aan. Monteer de extra
lus in de kabel op de pijp.
8. Monteer het bodemdeel van de aansluitkast op de opvoersok, zorg
dat de O-ring op de opvoersok aanwezig is. De vergrendelnokken
en uitsparingen in de opvoersok en het bodemdeel moeten
overeenkomen. Draai de moer op de nippel, en draai deze vast m.b.v.
LN montage sleutel. Zorg dat de wartels niet inwaterend zijn.
9. Monteer de M25 voedingswartel (apart te bestellen) en M25
blindplug. Monteer voedingskabel.
10. Installeer de voedingskabel.
11. Monteer electronische controle module en de bedrading van
het systeem. Draai de schroeven in de aansluitklemmen met
een Moment van 1,4 Nm aan. Zie bedradingsschema. Stel de
electronische regelaar en/of regelaar begrenzer in op de gewenste
temperatuur.
12. Gebruik de draaischakelaars om de regelaar en begrenzer
temperatuur, Celcius of Fahrenheit en automatische of handmatige
reset (regel schakelaars op Type "C", Begrenzer schakelaars Type
"L" en beiden op Type "CL").
13. Breng het deksel op het bodemdeel van de aansluitkast aan en
draai het deksel handmatig vast. Steek een schroevendraaier aan de
zijkant onder een deksellip in de opening van het bodemdeel.
14. Draai het deksel tot aan de aanslag dicht m.b.v. de
schroevendraaier. Het deksel zal 30 graden verdraaien. Om het
deksel te verwijderen moeten de stappen 13 en 14 in omgekeerde
volgorde uitgevoerd worden.
15. Schuif de IEK isolatie doorvoerset over de RTD draad. Bevestig
RTD draad en voeler tegen de leiding.
16. Installeer de IEK isolatie doorvoerset om de verwarmingskabel door
de isolatie beplating te kunnen doorvoeren.
