INHOUD
1. TOEPASSINGEN ....................................................................................................................................... 62
2. POMPBARE VLOEISTOFFEN .................................................................................................................. 62
3. TECHNISCHE GEGEVENS EN GEBRUIKSBEPERKINGEN .................................................................. 62
4. BEHEER ..................................................................................................................................................... 63
4.1
Opslag ............................................................................................................................................... 63
4.2
Transport ........................................................................................................................................... 63
4.3
Gewicht en afmetingen ..................................................................................................................... 63
5. WAARSCHUWINGEN................................................................................................................................ 63
6. INSTALLATIE ............................................................................................................................................ 63
7. ELEKTRISCHE AANSLUITING ................................................................................................................. 64
8. STARTEN ................................................................................................................................................... 64
9. VOORZORGSMAATREGELEN ................................................................................................................ 64
10. ONDERHOUD EN REINIGING ................................................................................................................ 64
10.2 Reiniging van de rotor ........................................................................................................................ 65
11. PROBLEMEN OPSPOREN ..................................................................................................................... 65
12. GARANtie ................................................................................................................................................ 65
WAARSCHUWINGEN
Lees
documentatie
aandachtig
door vóór de installatie.
1. TOEPASSINGEN
De dompelpompen werden ontworpen en gebouwd voor het pompen van schoon water voor huishoudelijk gebruik, met
manuele of automatische werking, voor het leegpompen van kelders en ondergrondse garages die kunnen onderlopen,
voor het leegpompen van zinkputten, straatkolken of regenwaterputten aangesloten op dakgoten, enz.
Dankzij hun compacte, goed te hanteren vorm kunnen deze pompen ook worden gebruikt als draagbare pompen voor
bijzondere toepassingen in noodgevallen, zoals het oppompen van water uit tanks of rivieren, het leegpompen van
zwembaden en fonteinen of van afgravingen en onderdoorgangen. De pomp is ook geschikt voor tuinieren en hobby's in
het algemeen.
Volgens de normen voor ongevallenpreventie die op dit gebied van kracht zijn, mogen deze pompen
niet worden gebruikt in zwembaden, vijvers, bassins waar zich mensen bevinden, of voor het pompen
van koolwaterstoffen (benzine, gasolie, stookolie, oplosmiddelen enz.). Zij werden niet ontworpen
voor continu gebruik, maar voor gebruik in noodsituaties met beperkte duur. Maak de pomp schoon
alvorens ze terug op te bergen: zie hoofdstuk "Onderhoud en Schoonmaak".
2. POMPBARE VLOEISTOFFEN
Schoon water
Regenwater
Grijs afvalwater
Afvalwater
Ongezuiverd verontreinigd water dat vaste voorwerpen met lange vezels bevat
Fonteinwater
Water van rivieren of meren
Max. afmetingen deeltjes [mm]
Geschikt
Niet geschikt
o
De pomp is waterdicht en moet in de vloeistof worden ondergedompeld tot op een max. diepte van 7 m. Zie Tabel 3.
3. TECHNISCHE GEGEVENS EN GEBRUIKSBEPERKINGEN
Voedingsspanning:
elektriciteitsgegevens
Vertraagde lijnzekeringen (versie van 220-240V): waarden bij
benadering (ampère)
Temperatuurbereik van de vloeistof: -10°C +40°C
NEDERLANDS
deze
Trek steeds de stekker uit het stopcontact alvorens enige interventie
uit te voeren. Vermijd absoluut de droge werking: de pomp mag enkel worden
aangeschakeld wanneer hij is ondergedompeld in het water. Wanneer het
water is weggezogen moet de pomp onmiddellijk worden uitgeschakeld door
de stekker uit het stopcontact te trekken.
220-240V,
zie
het
plaatje
met
62
o
o
Ø 5
Tabel 1
Lijnzekeringen 220-240V
50Hz
2
Tabel 2