KOELKASTDIAGRAM
1. Vriesvak 2. Temperatuurregelaar 3. Legschappen 4.
Eiercompartiment/deurrek 5. Flessenrek
Wegens technische verbeteringen kan dit diagram lichtjes afwijken van de
lay-out van de koelkast die u hebt gekocht.
VOORBEREIDING
Uitpakken
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Controleer bijlagen en materialen
Controleer of uw apparaat met alle vermelde accessoires is geleverd en of alle
onderdelen in goede staat zijn.
Zorg voor een correcte locatie voor de koelkast
Maak de koelkast schoon vóór het eerste gebruik.
Zorg ervoor dat het apparaat niet in rechtstreeks zonlicht staat, en uit de buurt
van warmteproducerende toestellen.
Zie ook de vereisten voor ventilatie (hierna).
Tijd zonder aansluiting
Wanneer de koelkast op zijn plaats staat en is schoongemaakt, moet u het
minstens 30 minuten laten staan voordat u de voedingsbron aansluit.
Ventilatie
* Nivelleer het apparaat met een waterpas en winkelhaak. Het apparaat heeft
verstelbare pootjes.
* Houd een minimale vrije ruimte van 38 mm aan de achterkant van het
apparaat voor ventilatie.
* De luchtinlaat aan de voorkant van het apparaat niet afdekken. Laat een
luchtstroom van 200 cm
2
via de plint.
* Controleer de positie van het stopcontact, zodat die bruikbaar is, en
controleer of de wisselspanning compatibel is met de gegevens op het
identificatieplaatje, dat vanbinnen op de linker zijwand van het apparaat is
aangebracht, naast de groentebak(ken). De voeding moet correct geaard zijn.
VOORBEREIDING
Inbouwinstallatie (afbeelding 2)
1. Controleer of de deur van de keukengroep in de correcte werkpositie is.
2. Steek de hoofdkabel door de opening in de groep, zodat die na het
installeren van het apparaat op de stroomvoorziening kan worden
aangesloten. Verwijder de afdekking (6) alleen als de ruimte beperkt is.
3. Plaats de koelkast in de keukengroep. Bevestig de montages (1) met
schroeven (2) op het bovenste frame wanneer twee derden van de koelkast
naar binnen is geduwd. Daarna duwt u de koelkast volledig erin, zorg
ervoor dat de grendelklem van de montages op het horizontale frame van
de keukengroep grijpen. Pas de positie van de koelkast aan door een ruimte
van 6 mm te maken tussen de binnenwand van de keukengroep en de
buitenzijden van de koelkast. Bevestig de montages op het horizontale
frame van de keukengroep met schroeven.
4. Steek de dichting in de opening (circa 10 mm) tussen het onderste frame
vooraan en de onderste plank van de keuken. Bevestig de onderste
montages (3) op het onderste frame vooraan met schroeven (2). Bevestig
de onderste montages op de onderste plank van de keukengroep met
schroeven (2).
5. Steek de dichtingen correct in de openingen links, bovenaan en rechts van
de koelkast.
6. Bevestig de deur op de houders (4) (er is een houder bovenaan en een
onderaan) met schroeven (2). Doe de deuren van de koelkast en van de
keukengroep dicht en doe de deuren dan volledig open. Plaats de
verbindingsplaat (5) op de voorziene houder en bevestig die op de deur van
de keukengroep (ruimte tussen de verbindingsplaat en de rand van de
keukengroep "t" is gelijk aan de dikte van de buitenste plank van de
keukengroep, ongeveer 20 mm). Pas het verbindingselement aan zodat de
handgreep aan de zijde van de deur van de keukengroep geen contact met
de behuizing van de groep maakt wanneer de deur dicht is. (Ongeveer 1
mm tussenruimte voor grote apparaten), monteer de tweede deur door
het element te verbinden, waar van toepassing.
7. Dicht het open gat in de deur van het apparaat af met een dop.
WERKING
De koelkast starten
Na het aansluiten van de voeding draait u de temperatuurregelaar rechtsom
van de stand 0 naar een positie van 1 tot 7 om de koelkast te starten. De
compressor van de koelkast stopt wanneer de temperatuurregelaar op stand
0 staat.
De temperatuur regelen:
U regelt de temperatuur in de koelkast door aan de temperatuurregelaar te
draaien. De standen 1 tot 7 stellen verschillende temperaturen voor, van de
laagste tot de hoogste.
Positie
1-2
3-4
4-5
6-7
Opgelet: De koelkast heeft wat tijd nodig om het ingestelde niveau te
bereiken wanneer aanpassingen van de temperatuur worden uitgevoerd. De
duur is bepaald door het verschil tussen de bestaande en de ingestelde
temperaturen, de omgevingstemperatuur, de frequentie waarmee de deur
wordt geopend en dichtgedaan, en de hoeveelheid voedingswaren die
opgeslagen zijn.
De koelkast met voedingswaren vullen
Wanneer de koelkast is ingeschakeld, mag u de eerste 1~2 uur geen
voedingswaren vullen. U kunt voeding voor koel bewaren of om in te vriezen
gewoonlijk vullen wanneer de temperatuur in het compartiment de setpoint
heeft bereikt.
(Afbeelding 2)
Condities
Zomer of omgevingstemperatuur
tussen 25-35°C.
Lente, herfst of
omgevingstemperatuur tussen 15-
25°C.
Winter of omgevingstemperatuur
tussen 5-15°C.
Snel invriezen
58