Voorstelling
8
Geldigheid van de garantie
Uitgesloten van deze garantie zijn gebreken als gevolg van:
•
Ongewone omgevingsvoorwaarden :
•
Schade als gevolg van schokken of vallen tijdens het vervoer na aflevering uit de
fabriek.
•
Plaatsing van het apparaat in een niet vorstvrije ruimte of in een ruimte on-
derhevig aan slechte weersomstandigheden (vochtige, slecht geventileerde
ruimtes, aanwezigheid schadelijke stoffen).
•
Gebruik van water dat niet voldoet aan de normen van de DTU Loodgieterij
60.1 toevoegsel 4 warm water m.b.t. gehalte aan chloor, sulfaat, kalk, weers-
tand en TAC.
•
Hardheid van het water < 15°f.
•
Waterdruk groter dan 5 bar.
•
Elektrische voeding is onderhevig aan hevige overdruk (via het net, bliksem...).
•
Schade als gevolg van niet te vinden problemen als gevolg van de plaatsing
(moeilijk toegankelijke plaats) en die vermeden hadden konden worden door
een onmiddellijke reparatie van apparaat.
• Een installatie niet in overeenstemming met de daarvoor geldende regels, normen en
gebruiken, met name:
• De veiligheidsgroep staat te ver of kan niet werken (drukregelaar, terugslagklep
of ventiel, ..., boven de veiligheidsgroep geplaatst).
Afwezigheid of verkeerde montage van een nieuwe veiligheidsgroep die voldoet
aan de norm NF-D-36-401, wijziging van tarreren...
• Afwezigheid van beschermingshoezen (ijzer, staal of isolatiemateriaal) op de
warmwaterleidingen waardoor corrosie op kan treden.
• Foutieve elektrische aansluiting: niet in overeenstemming met de daarvoor gel-
dende normen, geen correcte aarding, geen correcte bedrading, elektrische ver-
lengsnoeren, aansluiting van flexibels zonder metalen koppelingen, het niet in
acht nemen van de door de fabrikant voorgeschreven aansluitingsvoorschrfiten.
• Het apparaat werd onder druk gezet zonder dat het eerst gevuld was (droogve-
rwarming).
• Plaatsing van het apparaat is niet conform aan de installatievoorschriften.
• Externe corrosie als gevolg van een slechte afdichting van het buizenstelsel
• Gebruik van een sanitaire kring
•
Slecht onderhoud:
• Abnormale kalkaanslag op verwarmingselementen of op de veiligheidssyste-
men.
• Een gebrek aan onderhoud aan de veiligheidsgroep die zich manifesteert in
overdruk.
• De verdamper werd niet gereinigd.
• Vervanging van oorspronkelijke onderdelen zonder toestemming van de fabri-
cant of gebruik van onderdelen die niet door de fabricant werden voorgesteld.
• De koelleiding is niet conform aan de aanbevelingen (sectie, lengte of hoogte-
verschil)
Een apparaat dat mogelijk schade heeft veroorzaakt mag niet verwijderd worden voor de
komst van schade-experts; het slachtoffer van de schade moet zijn verzekering waarschuwen.
Installatie
Gebruik
Onderhoud
75/116