[2] – Geeft de status aan van de batterij en van de aansluiting met de O-Box:
als er een aansluitingsfout is en u klikt op deze icoon, brengt de software
een nieuwe aansluiting met de O-Box tot stand.
[3] – Paneel "Selecteren van installatie": hiermee kan bij het opstarten van
een werksessie de gewenste werkingsmodus worden gekozen, waardoor
de volgende keuzes worden vergemakkelijkt.
Als u na de programmering van een ontvanger de configuratiegegevens
alleen in het geheugen ervan of in een bestand wilt opslaan, selecteer dan
de optie "Werk zonder een installatie aan te maken".
Als u daarentegen na de programmering van een ontvanger de configura-
tiegegevens niet alleen in het geheugen ervan en in een bestand wilt
opslaan, maar ook op een samenvattende kaart van de installatie waarin
de ontvanger zal worden gebruikt, selecteert u de optie "Werk op de laat-
ste installatie" of "Selecteren of aanmaken van een installatie" (zie para-
graaf 3.5.1).
[4] – Geeft toegang tot het operationele gebied voor het programmeren van de
Zenders.
[5] – Geeft toegang tot het operationele gebied voor het programmeren van de
Ontvangers.
[6] – Geeft toegang tot het operationele gebied voor het beheren van de Instal-
laties.
[7] – Geeft toegang tot het operationele gebied voor de Instellingen van de
software.
[8] – Geeft de knop aan die moet worden ingedrukt om de software te verlaten.
[9] – Geeft de ruimte aan waarin de gegevens verschijnen om de software op
de persoonlijke wensen af te stellen (...naam van de gebruiker, etc.).
• Thematisch scherm
Vanuit het beginscherm kan het gewenste thematische gebied worden gekozen
("Zenders", "Ontvangers", "Installaties", "Instellingen") en door op de bijbe-
horende icoon te klikken komt u in het thematische scherm van het gekozen
gebied, waarin alle gewenste handelingen verricht kunnen worden. (Opmerking
– ieder gebied kan het onderwerp in één of meer volgende schermen ontwikke-
len). Deze schermen bestaan uit de volgende elementen (zie afb. 4):
[a] – Navigatiebalk.
[b] – Functiemenu
[c] – Gebied met algemene gegevens van de aangesloten inrichting
[d] – Gebied voor de programmering
6 – Nederlands
(b)
Elementen op de navigatiebalk
Met de "Navigatiebalk", die op ieder thematisch scherm aanwezig is, kan van
het ene scherm naar het andere gegaan worden en kan op ieder moment
begrepen worden in welk gebied men bezig is.
De typische functies van de navigatiebalk zijn:
– "Begin" = door op deze icoon te klikken gaat u terug naar het Beginscherm
– "Vorige" = door op deze icoon te klikken gaat u terug naar het vorige scherm
– "Volgende" = door op deze icoon te klikken komt u in het volgende scherm
– "Help" = door op deze icoon te klikken wordt deze instructiehandleiding
weergegeven.
– "Opladen" = in enkele schermen worden door op deze icoon te klikken de
gegevens opgeladen en bijgewerkt.
BELANGRIJK – In enkele schermen kunnen er naast deze "standaardfuncties"
ook specifieke functies aanwezig zijn met betrekking tot de inrichting die u aan
het programmeren bent.
(a)
(c)
(d)
4