Nederlands
7
RESERVEONDERDELEN
Voor het gebruik adviseren wij om
reserveonderdelen op voorraad te hebben,
zie tabel B in de annex achterin dit boek.
8
TECHNISCHE INFORMATIE
•
Zie voor de technische specificaties tabel
C in de annex achterin dit boek.
9
INSTALLATIE VAN ACCESSOIRES
9.1
Schoorsteen (fig. 12)
De kachel heeft een aansluiting voor een
schoorsteen.
1. Schuif een T-stuk (A) direct over de
aansluiting (B).
2. Schuif de schoorsteenpijp (C) op het T-
stuk.
3. Schroef de schoorsteenpijp met drie
schroeven vast op het T-stuk.
VOORZICHTIG
De schoorsteen moet aan de
onderstaande eisen voldoen.
•
De schoorsteen moet naar boven wijzen.
•
De schoorsteen (of een deel daarvan)
mag nooit horizontaal lopen. Een hoek
van 45° is aanvaardbaar.
•
Een horizontale verlenging van de
aansluiting aan de kachel is niet
toegestaan.
•
Bij het gebruik van een pijp onder 45°,
moeten er pijpstukken met een lengte
van minimaal 1 m voor en na de
schuinlopende pijp toegepast worden.
•
De schoorsteen moet minimaal 0,5 m
boven het hoogste punt van een gebouw
uitsteken.
•
Houd het verticale deel, direct na de
kachel, zo lang mogelijk voordat de
schoorsteen door de wand heen naar
buiten gevoerd wordt.
4. Breng de volgende pijpstukken aan.
5. Plaats een hoed (D) op het uiteinde van
de schoorsteen.
16
9.2
/i
AT 400
150 mm
10
De EG-Verklaring van overeenstemming kunt
u vinden op www.thermobile.nl.
40.020.942 - rev. 05 - 2015
Diameter schoorsteen
AT 500
200 mm
EG-VERKLARING VAN
OVEREENSTEMMING
AT 400 - 500 series