Afbeelding
Neem het vuilwaterreservoir eruit.
Afbeelding
Deksel van het vuilwaterreservoir afnemen.
Vuilwatertank leegmaken.
Afhankelijk van de verontreiniging deksel/afschei-
der en vuilwaterreservoir met leidingswater reini-
gen.
Deksel van het vuilwaterreservoir plaatsen.
Deksel moet vast op het vuilwaterreservoir zitten.
Afbeelding
Vuilwatertank in het apparaat plaatsen.
Vuilwaterreservoir moet vast in het apparaat zitten.
Werking onderbreken
Afbeelding
Apparaat uitschakelen. Hiervoor de schakelaar
aan-/uitschakelen.
Afbeelding
Apparaat in het reinigingsstation plaatsen.
LET OP
Om ervoor te zorgen dat het apparaat stabiel staat,
moet het als het niet wordt gebruikt steeds in het reini-
gingsstation (parkeerstation) worden geplaatst. Omdat
het apparaat op zich niet stabiel genoeg is, kan het kan-
telen. Hierdoor kan vloeistof uittreden en zo de vloerbe-
dekking beschadigen.
Apparaat uitschakelen
Afbeelding
Apparaat uitschakelen. Hiervoor de schakelaar
aan-/uitschakelen.
Afbeelding
Apparaat in het reinigingsstation plaatsen.
Afbeelding
LET OP
Na gebruik wordt het apparaat door een spoeling gerei-
nigd.
Zie hoofdstuk "Apparaatreiniging door spoeling".
Afbeelding
Apparaat volledig legen.
Afbeelding
tot
Afbeelding
Vuilwatertank leegmaken.
Zie hoofdstuk "Vuilwaterreservoir leegmaken".
Verwijder het water als er zich nog water in het
verswaterreservoir of het reinigingsstation bevindt.
Afbeelding
Stekker uit het stopcontact trekken.
Afbeelding
Voedingskabel om de kabelhaak wikkelen.
Voedingskabel met de kabelklem vastzetten.
Apparaat opslaan
LET OP
Om de ontwikkeling van geurtjes te voorkomen, moet bij
het opbergen van het apparaat het schoonwater- en
vuilwaterreservoir volledig worden geleegd.
Afbeelding
Apparaat aan de draaggreep naar de opslagplaats
dragen.
Afbeelding
Plaats voor meer stabiliteit het apparaat in het rei-
nigingsstation.
Apparaat in een droge ruimte bewaren.
Apparaatreiniging door spoeling
LET OP
Na gebruik het apparaat steeds met het reinigingsstati-
on en vers water laten doorspoelen. Met deze procedu-
re wordt het apparaat optimaal gereinigd en wordt ver-
meden dat in het apparaat ophopingen van vuil en bac-
teriën of onaangename geurtjes ontstaan.
Afbeelding
Apparaat uitschakelen. Hiervoor de schakelaar
aan-/uitschakelen.
Afbeelding
Apparaat in het reinigingsstation plaatsen.
Verwijder het verswaterreservoir en maak het leeg
als er zich nog water in het verswaterreservoir be-
vindt.
Schoonwatertank in het apparaat plaatsen.
Afbeelding
Vuilwaterreservoir wegnemen en leegmaken.
Zie hoofdstuk "Vuilwaterreservoir leegmaken".
Maatbeker met 200 ml water vullen.
Water in het reinigingsstation vullen.
Indien nodig kunnen voor het spoelen ook KÄR-
CHER-reinigingsmiddelen worden toegevoegd.
Voor het inschakelen de hoofdschakelaar (in/uit)
indrukken.
Apparaat 30-60 seconden laten draaien tot het wa-
ter volledig uit het reinigingsstation is gezogen.
De spoeling is nu beëindigd.
Tip
Hoe langer het apparaat is ingeschakeld, hoe minder
vocht in de borstelwalsen blijft zitten.
Apparaat uitschakelen. Hiervoor de schakelaar
aan-/uitschakelen.
Afbeelding
Vuilwatertank leegmaken.
Zie hoofdstuk "Vuilwaterreservoir leegmaken".
Verwijder het water als er zich nog water in het rei-
nigingsstation bevindt.
Afbeelding
Stekker uit het stopcontact trekken.
Afbeelding
Voedingskabel om de kabelhaak wikkelen.
Voedingskabel met de kabelklem vastzetten.
Reiniging van de walsen
LET OP
Maak eerst het verswater- en vuilwaterreservoir leeg
voordat u het apparaat op de vloer legt om de walsen te
verwijderen. Zo wordt vermeden dat er vloeistof uit de
reservoirs komt terwijl het apparaat op de vloer ligt.
Tip
Bij sterke verontreiniging kunnen de borstelwalsen af-
zonderlijk worden gereinigd.
Afbeelding
Apparaat uitschakelen. Hiervoor de schakelaar
aan-/uitschakelen.
Afbeelding
Stekker uit het stopcontact trekken.
Schoonwaterreservoir leegmaken.
Afbeelding
Vuilwatertank leegmaken.
– 10
NL
Onderhoud
43