Vervang koppelingen aan de
netaansluitleiding of verleng-
kabel enkel door koppelingen
met dezelfde spatwaterbe-
scherming en mechanische
stevigheid.
VOORZICHTIG
Let erop dat stroomleidingen
en verlengkabels niet aange-
tast of beschadigd worden
door overrijden, knellen, rek-
ken o.d. Bescherm de
stroomleidingen tegen hitte,
olie en scherpe randen.
Veilige omgang
GEVAAR
De gebruiker moet het appa-
raat op reglementaire wijze
gebruiken. Hij moet rekening
houden met de plaatselijke
omstandigheden en tijdens
de werkzaamheden met het
apparaat letten op personen
in de omgeving.
Het is verboden om het appa-
raat in explosiegevaarlijke
bereiken te gebruiken.
Bij het gebruik van het appa-
raat in gevaarlijke bereiken
moeten de overeenkomstige
veiligheidsvoorschriften in
acht genomen worden.
Gebruik het apparaat niet als
het vooraf gevallen, zichtbaar
beschadigd of ondicht is.
WAARSCHUWING
Kinderen of niet-geïnstrueerd
personeel mogen het appa-
raat niet gebruiken.
40
Dit apparaat mag niet gebruikt
worden door personen met be-
perkte fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of met te
weinig ervaring en/of kennis,
tenzij ze onder toezicht staan
van een bevoegde persoon die
instaat voor hun veiligheid of
van die persoon instructies
hebben gekregen over het ge-
bruik van het apparaat en de
daaruit resulterende gevaren
begrijpen.
Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen.
Kinderen moeten gecontro-
leerd worden om te garande-
ren dat ze niet met het appa-
raat spelen.
Houd het apparaat uit de
buurt van kinderen zolang het
ingeschakeld of niet afge-
koeld is.
Bedien of bewaar het appa-
raat overeenkomstig de be-
schrijving c.q. afbeelding!
VOORZICHTIG
Zorg er vóór alle handelingen
met of aan het apparaat voor
dat het apparaat stabiel staat
om ongevallen of beschadi-
gingen door omvallen van het
apparaat te vermijden.
Giet nooit oplosmiddelen,
vloeistoffen die oplosmiddelen
bevatten of onverdunde zuren
(bijv. reinigingsmiddelen, ben-
zine, verfverdunner en aceton)
in het waterreservoir omdat
deze stoffen materialen in het
apparaat aantasten.
– 7
NL