König SAS-SETIPC011W Guia De Inicio Rapido página 11

Volg de onderstaande stappen voor het afspelen van een gebeurtenis
1. Tik op en vervolgens op
2. Selecteer het tijdsinterval voor de gebeurtenissenlijst.
3. Selecteer het bestand dat moet worden afgespeeld.
4. Als u de bestanden op een mobiel apparaat op wilt slaan, tikt u op de downloadknop (gebruik de Wi-Fi-verbinding om op uw gegevensverbruik te besparen)
(1) (1)-1
INSTALLATIE CAMERA
A.
• Plaats de bevestigingsbeugel op het op het montagevlak als een sjabloon om de gaten af te tekenen.
• Boor de montagegaten en gebruik de muurpluggen en schroeven om de beugel aan de muur te bevestigen.
• Zet de camera aan de beugel met behulp van de tapschroeven.
• Hang de camera en de plaat aan de ophangschroeven. Leg de kabel goed, zodat het pannen/kantelen niet wordt belemmerd.
INSTALLATIE SAS-CLALMS10
• Kies een geschikte locatie. Installeer de detector minstens 2 meter van de vloer.
• Installeer de detector rechtop aan de muur met behulp van dubbelzijdig plakband of de muurbevestigingsbeugel met schroeven.
• Wijzig indien nodig de hoek van de detector, maar handhaaf de verticale positie. Richt de detector onder een juiste hoek op ingangen, maar niet op deuren of ramen,
warmtebronnen of bewegende objecten.
INSTALLATIE SAS-CLALDW10
• Installeer de zender op het kozijn van de deur of het raam met behulp van dubbelzijdig plakband of schroeven.
• Installeer de magneet op de deur of het raam met behulp van dubbelzijdig plakband of schroeven. Zorg ervoor dat de magneet op de juiste wijze is uitgelijnd met de
zender (markeringen op de magneet en de zender) binnen 1 cm van elkaar.
TIPS BEWEGINGSDETECTIE/CAMERA-INSTELLING
Voor een optimale detectie bevelen wij aan om de camera 2,1 tot 2,4 m (7 tot 8 feet) boven de grond te bevestigen aan een solide en trillingsvrij oppervlak.
Om valse meldingen te voorkomen moet u er rekening mee houden dat de PIR-bewegingssensor werkt door detectie van temperatuursveranderingen in het gebied voor het
apparaat. Plaats het apparaat niet in de volgende omgevingen:
(1) Met de PIR gericht op ramen of glazen deuren.
(2) Waar kleine dieren het detectiegebied binnen kunnen dringen.
(3) Waar een warmtebron (zonlicht, gloeilampen, koplampen van auto's, enz.) de bewegingssensor kunnen beïnvloeden.
(4) Waar plotselinge temperatuurveranderingen kunnen optreden in of rond het detectiegebied als gevolg van hete of koude lucht (ventilatoren, airconditioning, enz.).
(2)
B.
11
(3)
Download
Download
Download
Download
Download
Download
Download
Download
Download
Download
Download
(4)