NEDERLANDS
47. Muziek dempingsingang: Dit is een aansluitblokingang die het mogelijk maakt om alle
uitgangssignalen (Stereo Master, Zone A/B/C) op afstand te dempen door eenvoudig de contacten te
kortsluiten.
Belangrijke opmerking: tijdens de installatie kunt u kiezen om de microfoonsignalen van dit
dempingsproces op te nemen of uit te sluiten, zie sectie "microfoonroutering" voor meer informatie.
48. Noodgevalleningang: Dit is een automatische detecterende, gebalanceerde aansluitblokingang die het
aansluiten op een evacuatiesysteem mogelijk maakt. Zodra op deze ingang een audiosignaal aanwezig
is, worden alle uitgangssignalen (Stereo Master, Zone A/B/C) gedempt en zal in plaats daarvan het
noodbericht/signaal van deze ingang hoorbaar worden.
Belangrijke opmerking: tijdens de installatie kunt u kiezen om de microfoonsignalen van dit
dempingsproces op te nemen of uit te sluiten, zie sectie "microfoonroutering" voor meer informatie.
49. Noodgevallen volumeregeling: Dit besturingselement stelt het volume in van de noodgevalleningang
(48) dat naar alle uitgangen gestuurd wordt: (24)/(25)/(26) en (30)/(31).
Microfoonroutering voor dempen/noodgevallen:
Afhankelijk van de toepassing, gebruikersgewoonten en de lokale
veiligheidseisen, kan het nuttig zijn om tijdens een noodgeval de
lokale microfoons in of uit te schakelen, waarbij een noodsignaal
binnenkomend
op
programmasignalen uitschakelt. Het voordeel van het uitschakelen
van de microfoons voor dit geval, is dat de lokale gebruiker met
behulp van zijn eigen microfoon niet de duidelijkheid van de
noodaankondiging
kan
noodaankondiging om ongeacht de reden niet stopt, kan de lokale
gebruiker door middel van de lokale microfoon nog steeds
noodgevallen/evacuatie-instructies geven. Als een fabrieksinstelling,
worden de microfoons tijdens een binnenkomend noodbericht niet gedempt. Om dit te veranderen, moet een
gekwalificeerde installateur of technicus de eenheid openen na het ontkoppelen van het lichtnet. Raadpleeg
de tekening om de jumper JP1 op het voorpaneel van de PCB te vinden: zet de jumper in de gewenste
positie.
Speciale opmerking voor de USB-aansluiting:
Houd er rekening mee dat deze GEEN host-interfaces met audio decoder zijn, zodat deze
interfaces niet bedoeld zijn om rechtstreeks harde schijven of USB-sticks met audio-inhoud
aan te sluiten. Deze aansluitingen zijn alleen ontworpen om als een externe USB 1.1
geluidskaart, voor het aansluiten op een PC, te fungeren. Afgezien van het afspelen van
audio vanaf de PC, is de USB1-interface bi-directioneel en maakt het ook mogelijk om het signaal aan de
opname-uitgang (37) digitaal naar de PC op te nemen.
A. Aanbevolen minimale systeemeisen:
Processorsnelheid: 1 GHz of sneller
Besturingssysteem: Windows XP ©/Mac OS-X ©
Hardware-interface: USB 1.0 of 2.0
Geheugen: 512 MB RAM
B. Inschakelen van de computer en de mixer
Start de computer op zoals gewoonlijk. Schakel de mixer aan. De computer moet automatisch de
USB-poorten van de mixer herkennen zonder speciale stuurprogramma's te moeten installeren. Als
er geen automatische herkenning plaatsvindt, raadpleeg de documentatie van uw computer voor
algemene USB-instellingen of raadpleeg de technische ondersteuning van uw PC.
BELANGRIJK: Koppel de USB-poort van of naar de mixer NIET los tijdens het starten van de mixer.
C. Software-instellingen
Zodra de USB-poorten als externe geluidskaarten zijn herkend (gewoonlijk "USB Audio Device
genoemd"). Zij moeten in de systeeminstellingen van het besturingssysteem als de standaard
apparaat voor opnames/afspelen van geluid worden ingesteld. Voorbeeld Windows XP ©:
"Bedieningspaneel"
"Geluid- en audioapparaten"
"Audio"-tabblad
"Geluidsopname"-item
Stel de USB-adapter hier in als "Standaard apparaat" en bevestig met "Toepassen"
®
SYNQ
de
noodgevalleningang
storen,
het
nadeel
23/41
GEBRUIKSAANWIJZING
(48)
alle
is
dat
als
de
SMI-84 ZONE MIXER