4. De antiblafhalsband moet in een open, goed geventileerde ruimte worden
opgeladen. Het lampje van het digitale display knippert elke 10 seconden
tweemaal rood om aan te geven dat het opladen bezig is.
5. Nadat het opladen is voltooid, zal de universele oplaadadapter automatisch
afsluiten om overladen te voorkomen. Het lampje van het digitale display
knippert elke 10 seconden tweemaal groen om aan te geven dat het opladen
voltooid is. Opmerking: de batterij moet binnen 4 uur volledig opgeladen zijn.
6. Neem de oplaadconnector uit de oplaadstekker. Het lampje knippert rood-
blauw-groen om aan te geven dat de unit niet langer oplaadt.
7. Nadat het opladen is voltooid, plaatst u de rubberen omslag terug op de
oplaadstekker en ontkoppelt u de universele oplaadadapter. De antiblafhalsband
schakelt automatisch uit zodra de batterijoplader is aangesloten. Na het opladen
moet de unit opnieuw worden ingeschakeld voor gebruik.
Opmerking: wanneer de unit aangeeft dat het batterijvermogen laag is (het
batterijpictogram op het digitale display bevat 1 balkje of minder en/of het lampje knippert
elke 5 seconden 3 x rood), is het tijd om de unit op te laden. Wanneer het batterijvermogen
erg laag is (d.w.z. te lang gebruikt of langdurig opgeslagen geweest), kan het enige tijd
duren voordat de unit aangeeft dat het opladen is gestart. Als de unit na 1 uur nog niet
aangeeft dat het opladen is gestart, moet u contact opnemen met de klantenservice.
Levensduur batterij
De gemiddelde levensduur van de batterij is 3 tot 6 maanden, afhankelijk van hoe vaak uw
hond blaft. Uw eerste batterij kan echter veel sneller opraken door het intensievere gebruik
tijdens de trainingsperiode die uw hond moet doorlopen. Schakel de antiblafhalsband uit
wanneer deze niet in gebruikt is om de gebruiksduur van de batterij te verlengen.
STAP 2
De antiblafhalsband passend maken
Belangrijk: de juiste pasvorm en de adequate bevestiging van de
antiblafhalsband zijn belangrijk voor een effectieve werking van het apparaat. De
contactpunten moeten direct contact maken met de huid van de hals van uw hond.
Volg de onderstaande stappen om de pasvorm van de halsband aan te passen:
1. Controleer of de antiblafhalsunit is uitgeschakeld.
2. Zorg ervoor dat uw hond op zijn gemak bij u staat (A).
3. Plaats de antiblafhalsband om de hals van de hond, dicht bij
de oren. De contactpunten moeten aan de onderzijde van de
nek van uw hond zitten en contact maken met de huid (B).
36
www.petsafe.net
A