Installatie:
1. Het is aan te raden om de T-Mini Pro in de
buurt van de CO2-bron aan de wand te
bevestigen, met een minimale afstand van
50cm.
Het is beter om de T-mini niet rechtstreeks
boven de CO2-bron te bevestigen indien deze
erg warm wordt (CO2-generator).
2. De T-mini moet op een hoogte van +/- 1 meter
boven de vloer wordenbevestigd.
3. Monteer de T-Mini Pro controller aan de wand
met de meegeleverde bevestigingskit of aan
een DIN-rail.
4. Plug de stekker van de CO2-bron in het
stopcontact van de T-Mini Pro.
5. Plug de stekker van de T-Mini Pro in een
stopcontact.
6. Klaar!
Doorverbinden van controllers:
Alle controllers en sensoren (behalve de Temp
probe) van de TechGrow Pro Series zijn allen met
elkaar te verbinden om zo een optimaal klimaat
te garanderen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de
T-Mini aan de Clima Control Pro te koppelen.
De CO2 waarde wordt dan op het display van de
Clima Control Pro weergegeven.
Aangezien elk apparaat 3 UTP connectoren heeft
is het niet alleen mogelijk de apparaten aan elkaar
door te lussen, maar ook om bijvoorbeeld een
Datalogger DL-1 en/of een AM-T sms melder aan
te sluiten. Zorg ervoor dat de controller is
uitgeschakeld voordat u de sensor(en) aansluit
om eventuele storingen te voorkomen.
De sensor kan in een willekeurige UTP connector
worden geplugd. De reguliere TechGrow sensoren
zijn hetzelfde als de sensoren uit de TechGrow
Pro Series en kunnen dus ook worden gebruikt
voor controllers uit de Pro Series.
Welke sensoren kunnen worden aang-
esloten op de T-Mini Pro?
De T-Mini heeft een ingebouwde CO2- en licht
sensor. Indien u een Temp/RH sensor
aansluit, krijgt u dit niet te zien in het display.
Wel kan de eventuele aangesloten AM-T of DL-1
deze waarden uitlezen en/of opslaan.
Indien u een Temp/RH sensor aansluit, zorg er
dan voor dat de lichtsensor van de Temp/RH
sensor is uitgeschakeld. Raadpleeg hiervoor de
handleiding van de sensor.
Sluit nooit een S-4 of S-2 sensor aan op
de T-Mini Pro.
Aansluiten van extra sensoren of andere
apparaten:
De T-Mini Pro kan de CO2 waarde meten,
weergeven en min/max registreren.
Indien u een Temp/RH sensor wilt koppelen aan
de T-Mini Pro, schakel dan eerst de controller uit,
wacht een aantal seconden en sluit dan de sensor
aan. Plug daarna de controller weer in het
stopcontact.
LET OP: Sluit NOOIT twee van dezelfde
type sensoren aan op uw controller!!
Automatische functies van de T-Mini
Pro:
De verlichting van het display gaat automatisch
na 60 seconden uit. Pas als er op de DDK wordt
gedrukt of gedraaid gaat de verlichting weer aan.
Als het donker is, wordt er geen CO2 afgegeven.
Zorg er dus voor dat de sensor rechtstreeks de
lichtbron kan waarnemen.
Werking van de T-Mini Pro:
Als de CO2-waarde van de ruimte onder de
ingestelde waarde (set-point - hysterese) zakt
wordt de CO2-bron ingeschakeld. Na verloop van
tijd stijgt de CO2-waarde en als deze de CO2
set-waarde bereikt wordt de bron weer uitgezet.
De LED brandt groen als de .
Voorbeeld:
De CO2 set staat op 670 ppm.
De CO2 +/- staat op 40 ppm.
De huidige waarde van de CO2 in de ruimte is
bijvoorbeeld 733, dat is hoger dan de CO2 set,
dus de CO2-bron staat uit.
Het rode lampje is nu uit.
Het CO2-niveau zakt nu langzaam tot 670:
er gebeurt nu nog niets.
Pas als de waarde onder de CO2 set - CO2 +/-
zakt, dat is dus bij 670 – 40 = 630, schakelt de
CO2-bron in en het lampje gaat branden.
Het CO2-niveau stijgt nu. Zodra de CO2 waarde
boven de 670 uitgekomen is, wordt de CO2-bron
weer uitgeschakeld.
Door wat te spelen met de CO2 +/- kan een
rustige en stabiele atmosfeer bereikt worden.
Vanaf de fabriek staat de CO2 set op 700,
de CO2 +/- op 50.