Reductiesystemen (indien aanwezig)
Sommige motoren zijn uitgerust met een
overbrengingreductiesysteem. Volg de
onderhoudsinstructies en informatie over olie
verversen zoals in dit hoofdstuk en in het
onderhoudsschema worden beschreven.
2:1 Reductiesysteem (CH270)
Dit reductiesysteem wordt gesmeerd met
carterolie. Er is geen speciaal onderhoud of
service nodig. Controleer het oliepeil en zorg
dat het op peil blijft zoals aangegeven in Het
oliepeil controleren.
2:1 met reductiesysteem koppeling (CH245,
CH255, CH270, CH395, CH440)
OPMERKING: Motoren met dit
reductiesysteem moeten
draaien op 2400 TMP, of hoger
onder belasting, wanneer de
versnellingsbak vol wordt
ingeschakeld. Het zwaar
belasten van de motor onder
de 2400 TMP kan resulteren in
schade aan de versnelling/
overbrenging door slip/
oververhitting van de schijf en
onvoldoende motorkoeling. Dit
valt niet onder de normale
garantie.
Dit reductiesysteem gebruikt een koppeling en
een aandrijfsysteem met ketting en tandwielen,
onafhankelijk van, en gescheiden van de
smering van het hoofdcarter. Controleer het
oliepeil en zorg dat het op peil blijft, gebruik
de peilstok in de versnellingsbak. Ververs de
olie in het reductiesysteem volgens het interval
in het onderhoudsschema. Gebruik 20W-40
of 20W-50 olie in deze overbrenging. De olie-
inhoud van deze overbrenging is 0,5 L (0.52
U.S. qt.).
1. Tap de oude olie af door de aftapdop op het
deksel van de overbrenging, kantel de motor
zo veel als nodig is. Plaats de aftapdop terug
en draai stevig aan.
2. De motor moet horizontaal zijn. Vul bij met
nieuwe 20W-40 of 20W-50 olie door het
peilgat boven op de overbrenging tot het
oliepeil net onder de markering op de
peilstok in de overbrenging staat. Plaats de
peilstok stevig terug in het deksel van de
overbrenging.
6:1 reductiesysteem (CH245, CH255, CH270)
Dit reductiesysteem gebruikt een
aandrijfsysteem met interne rondsel en ring,
onafhankelijk van, en gescheiden van de
smering van het hoofdcarter. Controleer het
oliepeil en zorg dat het op peil blijft met het
peilgat/aftapgat in de overbrenging. Ververs de
olie in het reductiesysteem volgens het interval
in het onderhoudsschema. De olie-inhoud van
deze overbrenging is 0,12 L (0.13 U.S. qt.).
1. Tap de oude olie af door de oliepeil-/
aftapdop, kantel de motor zo veel als nodig
is.
17 590 20 versie --
2. De motor moet horizontaal zijn. Vul bij met
nieuwe olie door het olievulgat aan de
bovenkant tot het oliepeil tot de onderkant
van het oliepeil-/aftapgat staat. Plaats de
beide doppen terug en draai ze stevig aan.
6:1 reductiesysteem (CH395, CH440)
Dit reductiesysteem wordt gesmeerd met
carterolie. Er is geen speciaal onderhoud of
service nodig. Controleer het oliepeil en zorg
dat het op peil blijft zoals aangegeven in Het
oliepeil controleren.
Brandstofaanbevelingen
Benzine is uiterst brandbaar en benzinedam-
pen kunnen exploderen indien ontstoken. Sla
benzine alleen op in goedgekeurde contai-
ners, in goed geventileerde, leegstaande
gebouwen, uit de buurt van vonken of vlam-
men. Gemorste brandstof kan ontbranden
als het in contact komt met hete onderdelen
of vonken van de ontsteking. Gebruik nooit
benzine als reinigingsmiddel.
OPMERKING: E15, E20 en E85 werden NIET
De brandstof moet aan deze vereisten voldoen:
● schone, verse, loodvrije benzine.
● Octaangehalte van 87 (R+M)/2 of hoger.
● Research Octane Number (RON) 90 octaan
minimum.
● Benzine tot 10% ethylalcohol, 90% loodvrij is
aanvaardbaar.
● Methyl Tertiary Butyl Ether (MTBE) en
loodvrije benzinemix (max. 15% MTBE
volgens volume) goedgekeurd.
● Voeg geen olie toe aan benzine.
● De brandstoftank niet overvol vullen.
● Geen benzine gebruiken die ouder is dan
30 dagen.
KohlerEngines.com
WAARSCHUWING
Explosieve brandstof kan brand
en ernstige brandwonden
veroorzaken.
De brandstoftank niet vullen
terwijl de motor warm is of loopt.
goedgekeurd en mogen NIET
gebruikt worden; het gevolg
van oude, verouderde of
vervuilde brandstof valt niet
onder de garantie.
NL
137