opnieuw op wanneer de gele oplaadlampjes
aangaan of wanneer de motor volledig is gestopt.
Na 15 minuten snel opladen kun je het apparaat
10 minuten gebruiken.
Het beste temperatuurbereik om het apparaat op
te laden, te gebruiken en op te bergen is tussen de
15 en 35 °C. Als de temperatuur buiten dit bereik
valt, dan kan het opladen langer duren.
De ingebouwde oplaadbare batterij kan worden ver-
vangen bij een erkend Braun Service Centrum als hij
het einde van zijn levensduur heeft bereikt.
Epileren (A)
Tips voor beginners
• Als dit de eerste keer is dat je een epilator
gebruikt, kan het even duren voor je huid zich
aangepast heeft aan het epileren. Epileer in
het begin elke week om het ongemak te helpen
verminderen.
• Nieuwe gebruikers kunnen het beste 's avonds
epileren, zodat de roodheid van de huid 's nachts
kan verdwijnen. Om de huid te ontspannen, raden
we aan om een hydraterende crème te gebruiken
na het epileren.
• Epileren is gemakkelijker en comfortabeler als
het haar tussen 0,5 - 3 mm lang is. Als de haartjes
langer zijn, raden we aan dat je ze eerst korter
maakt.
• Peeling voorkomt ingegroeide haartjes en biedt
optimale omstandigheden voor epileren.
• We raden aan de SensoSmart functie te activeren
bij gebruik van het massage-opzetstuk (1a).
Voorbereiding
Droog gebruik: Je huid moet droog zijn en vrij van
vet of crème.
Nat gebruik: Zorg dat je huid goed vochtig is zodat
het apparaat optimaal over de huid kan glijden.
Zorg dat de epileerkop (2) schoon is en voorzien
van een opzetstuk.
Zo epileer je
Trek je huid altijd strak als je je epileert. Beweeg het
apparaat in een langzame, continue beweging zon-
der druk tegen de haargroei in, in de richting van het
lampje.
Afhankelijk van het model zijn er verschillende
opzetstukken verkrijgbaar:
Massageopzetstuk (1a):
voor de meeste comfort
Huidcontactopzetstuk (1b):
voor meer efficiëntie
Precisieopzetstuk (9):
voor kleinere plekken, zoals het gezicht
Benen:
Houd het been gestrekt wanneer je achter de knie
epileert.
Gevoelige plekken:
Maak gevoelige plekken eerst grondig schoon en
droog om resten te verwijderen (bijvoorbeeld van
deodorant). Houd bij het epileren van je oksel je
arm omhoog zodat de huid strak staat en beweeg
het apparaat in verschillende richtingen. De huid
kan na het epileren gevoeliger zijn dan normaal.
Gebruik daarom geen irriterende producten zoals
deodorant met alcohol.
Gezicht:
Maak je huid vóór het epileren grondig schoon met
een desinfecterende toner met alcohol. Trek de huid
met één hand strak en beweeg de epilator langzaam
met je andere hand in de richting van het lampje.
De epileerkop reinigen
Schakel het apparaat na gebruik uit en reinig de
epileerkop:
Verwijder het opzetstuk (1a/b). Borstel het pincet
naar buiten en draai het pincet daarbij handmatig.
Verwijder de epileerkop en tik er zachtjes op om
haartjes te verwijderen.
Als een grondige reiniging nodig is, kun je het appa-
raat met de epileerkop onder warm stromend water
afspoelen. Haal de epileerkop eraf en schud de
epileerkop om het overtollige water te eruit te halen.
Zorg dat de epileerkop droog is voordat je hem weer
bevestigt.
Algemene informatie over epileren
Alle ontharingsmethodes waarbij het haar met wortel
en al uit de huid wordt getrokken, kunnen leiden tot
irritatie (zoals jeuk, ongemak en roodheid), afhan-
kelijk van de toestand van de huid en het haar.
Dit is een normale reactie die doorgaans snel ver-
dwijnt, maar kan heviger zijn wanneer je de eerste
keren onthaart vanaf de wortel of als je een gevoe-
lige huid hebt.
Over het algemeen nemen de huidreacties en het
pijnlijke gevoel aanzienlijk af bij herhaald gebruik.
Indien de huid na 36 uur nog steeds irritatie ver-
toont, adviseren wij je om contact op te nemen met
je huisarts.
Maak de epileerkop en je huid voor elk gebruik
goed schoon om het risico op infectie of ontsteking
te minimaliseren dat veroorzaakt wordt door bacte-
riën die de huid binnendringen via kleine wondjes.
Indien je twijfelt over het gebruik van dit apparaat,
raadpleeg dan je huisarts. In de volgende gevallen
mag het apparaat uitsluitend gebruikt worden na
raadpleging van een arts: eczeem, wondjes, een
ontstoken huid, zoals bij folliculitis (etterende
haarfollikels) en spataderen bij moedervlekken, en
verminderde immuniteit van de huid, zoals bij diabe-
tes mellitus, zwangerschap, de ziekte van Raynaud,
hemofilie, candidiasis of immuundeficiëntie.
27