Neem contact op met uw leverancier voor meer in-
formatie over de LIS-aansluiting.
Fabrieksinstellingen herstellen
U kunt de gebruikersinterface herstellen naar de fa-
brieksinstellingen. Als u de fabrieksinstellingen her-
stelt, worden alle profielen en resultaten gewist en
wordt het foutenlogboek gewist. Bij instrumenten
waarvoor Beveiligingsaanmelding is ingeschakeld,
worden met het herstellen van de fabrieksinstellin-
gen tevens de beveiligingslogboeken verwijderd.
Als de fabrieksinstellingen zijn hersteld, moeten
alle gebruikersaccounts opnieuw worden gemaakt.
Fabrieksinstellingen
Dit onderdeel is alleen bedoeld voor gebruik door
de fabrikant.
Profielen
De door de gebruiker aangepaste instellingen kun-
nen voor later gebruik als profielen worden opge-
slagen. Er kunnen in het instrument-geheugen vier
verschillende gebruikersprofielen worden opgesla-
gen. Als Beveiligingsaanmelding is ingeschakeld,
worden profielen niet gebruikt.
Profiel aanmaken
Wanneer het instrument is ingesteld om te meten
zoals gewenst, dan kunnen de instellingen worden
opgeslagen als een profiel:
1.
Kies Opslaan als profiel.
2. Selecteer een (leeg) profiel.
96
ONDERHOUD
3. Geef het profiel een naam.
4.
Kies OK.
Profiel toepassen
Kies Profiel toepassen. Selecteer het gewenste
profiel.
Basisinstellingen
Door Basisinstellingen te kiezen start het instru-
ment volgens de basisinstellingen zoals ingesteld
in de Set-up wizard.
4 ONDERHOUD
Het QuikRead go instrument is ontworpen om zo
gebruiksvriendelijk mogelijk te zijn zonder dat re-
gelmatig onderhoud nodig is. Neem contact op met
uw lokale leverancier voor een eventuele noodza-
kelijke reparatie. Het instrument voldoet aan de ver-
eisten van FCC klasse A.
Instrument kalibreren
Het instrument is in de fabriek gekalibreerd. De
juiste werking van het instrument wordt gecontro-
leerd via de procedure van zelfcontrole tijdens elke
meting. In geval van een storing wordt een foutmel-
ding getoond.
De kalibratiegegevens die de algemene test of cut-
off waarde voor elke test definiëren, zijn gecodeerd
op het cuvetlabel. Deze informatie wordt tijdens
elke meting automatisch overgebracht naar het in-
strument.
Instrument schoonmaken
Maak de buitenkant van het instrument regelmatig
schoon met een pluisvrije, vochtige doek. Wees erg
voorzichtig wanneer u het scherm schoonmaakt.
Pas op dat er geen vloeistof in de hoeken van het
scherm, in de meetput of in de stekkers loopt.
Indien nodig kan een mild wasmiddel worden ge-
bruikt. Gebruik geen organische oplosmiddelen of
bijtende stoffen. Gemorst potentieel besmettelijk
materiaal dient onmiddellijk te worden verwijderd
met absorberende papieren tissues en de be-