temperatuur boven de 45°C komt, dient
het laden te worden beëindigd tot de accu
is afgekoeld. Daarna kan verder worden
geladen.
• Steek nu de stekker in het stopcontact en
zet de schakelaar op "Charge" (opladen).
Bij het laden moet worden gecontroleerd of
de wijzer van de laadstroommeter in orde is.
(Let op: De laadstroommeter toont slechts
de algemene informatie en geen exacte
meting).
•
moet worden gecontroleerd of de
accuvloeistof een soortelijk gewicht van
1,28 heeft. Zo niet, moet verder worden
geladen, zo ja, dan is het laden beëindigd
en kan de schakelaar "Power" op "Off" (uit)
worden gezet. Dan kan de stekker uit het
stopcontact worden gehaald en de twee
klemmen van de plus- en minpool van de
accu worden verwijderd. (Na het opladen
van de accu in het voertuig, moet eerst de
klem van het chassis worden verwijderd).
4. hOe De ACCuLADer Te
geBruIKeN
De geïntegreerde vlakke zekering beschermt
het apparaat tegen polariteitsomkering en
kortsluiting. Bij een defect van de zekering moet
die door een zekering met dezelfde ampérage
worden vervangen. Bij het vervangen van
de vlakke zekering moet eerst de netstekker
uit het stopcontact worden verwijderd en
moeten de laadtangen van de batterij worden
afgenomen. Bij een thermische overbelasting
onderbreekt een automatisch schakelende
veiligheidsschakelaar het laadproces. Na een
afkoelpauze wordt die automatisch teruggezet.
uitleg van schakelaars, oplichtende
waarschuwingsindicaties en het display op
het voorpaneel
6V / 12V
De acculader kan accu's van zowel 6V als 12V
laden. Hiertoe dient men de schakelaar aan de
rechter zijde van het frontpaneel in de gekozen
stand te zetten.
Laadproces
•
Bevestig de startkabels op correcte wijze
aan de accu en stop de stekker in het
stopcontact.
Ferm
•
Kies het juiste voltage m.b.v. de 6V / 12V
schakelaar
•
De laadspanning is nu zichtbaar op
het display aan de voorkant. Deze
spanningsmeter is geen precisie-instrument
en geefts slechts bij benadering een
indicatie van de laadspanning.
•
ontkoppel het apparaat van de netvoeding
•
Verwijder de startkabels van de + en - polen
van de accu.
Problemen verhelpen
1. geen laadspanning
•
Probleem met de netvoeding
•
Neem contact op met een
gekwalificeerde electromonteur
•
6V / 12V voltageselector is onjuist ingesteld
•
Kies de correcte positie,
corresponderend met het juiste voltage
•
Beginvoltage is te laag
•
Vervang de accu
•
+ en - polen van de accu zijn geoxideerd
en/of vuil
•
Maak de polen schoon
•
Accu is beschadigd
•
Vervang de accu
2. Lage laadspanning
•
+ en - polen van de accu zijn geoxideerd
en/of vuil
•
Maak de polen schoon
•
Accu is volledig opgeladen
•
Meet het soortelijk gewicht
3. uitzonderlijk luid zoemen van de
transformator
•
6V / 12V voltageselector is onjuist ingesteld
•
Kies de correcte positie,
corresponderend met het juiste voltage
•
Instabiele positie
•
Wijzig positie voor een juiste plaatsing
een opgeladen accu controleren
Op basis van het soortelijk gewicht van het
accuzuur kan bepaald worden of een accu
volledig is opgeladen of niet. Met behulp van
een soortelijkgewichtmeter kan het soortelijk
gewicht bepaald worden.
Lege accu: s.g. = 1.13 kg/dm
Volle accu : s.g. = 1.28 kg/dm
3
3
13
NL