WAARSCHUWING
Onbedoelde vonkvorming kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Onbedoeld starten kan leiden tot beknelling, amputatie of rijtwonden.
Brandgevaar
Vóór het uitvoeren van afstellingen of reparaties:
•
Maak de bougiekabel los en houd de kabel op veilige afstand van de
ontstekingsbougie.
•
Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met elektrostart).
•
Gebruik alleen correct gereedschap.
•
Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om
het motortoerental te verhogen.
•
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de eenheid beschadigen en kunnen letsel veroorzaken
•
Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later tijdens bedrijf kan barsten.
Bij het testen op vonkvorming:
•
Gebruik een goedgekeurde bougietester.
•
Controleer niet op vonkvorming wanneer de bougie verwijderd is.
Onderhoud aan de emissieregeling
Onderhoud, vervanging en reparatie van de apparatuur en systemen voor de
emissieregeling mogen worden uitgevoerd door een persoon of bedrijf
gespecialiseerd in de reparatie van niet op de weg gebruikte motoren. Het onderhoud
van de emissieregeling kan zonder kosten worden uitgevoerd door een erkende dealer.
Zie de verklaringen voor emissieregeling.
Onderhoudsschema
Iedere 8 uur of dagelijks
•
Oliepeil motor controleren
•
Reinigen rond geluiddemper en bedieningselementen
Iedere 100 uur of jaarlijks
•
Bougies vervangen
•
Motorolie verversen
•
Oliefilter vervangen (waar aanwezig)
1
•
Onderhoud luchtfilter
•
Voorfilter reinigen (indien aanwezig)
•
Onderhoud uitlaatsysteem
Iedere 250 uur
•
Klepspeling controleren. Indien noodzakelijk afstellen.
Iedere 400 uur of jaarlijks
•
Luchtfilter vervangen
•
Brandstoffilter vervangen
1
•
Koelsysteem onderhouden
1
•
Ribben oliekoeler reinigen
1
Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden of wanneer zich veel zwevend vuil
in de omgeving bevindt.
Systeem voor elektronische
brandstofinjectie (Electronic Fuel Injection
- EFI)
Het EFI-systeem bewaakt de motortemperatuur, motorsnelheid en accuspanning voor het
starten van de motor en het opwarmen. Er zijn geen afstellingen op het systeem. Als er
problemen optreden met de start of de werking, neem dan contact op met een erkende
dealer van Briggs & Stratton.
1
OPGEPAST
Zorg ervoor dat de stappen hieronder worden uitgevoerd. Het EFI-
systeem kan anders beschadigd raken.
•
Start de motor nooit als de accukabels loszitten.
•
Draai de sleutel naar de stand UIT voordat de accu wordt losgekoppeld, verwijderd
of geïnstalleerd.
•
Gebruik nooit een acculader om de motor te starten.
•
Koppel de accukabels nooit los terwijl de motor loopt.
•
Bij aansluiting van de accukabels moet altijd eerst de positieve (+) kabel en daarna
de negatieve (-) kabel op de accu worden aangesloten.
•
Voordat de accu wordt opgeladen moet de contactsleutel naar de stand UIT worden
gedraaid en de negatieve (-) accukabel van de accu worden losgekoppeld.
•
Spuit water niet rechtstreeks op de Electronic Control Module.
Electronic Fuel Management System
(elektronisch
brandstofmanagementsysteem)
Het Electronic Fuel Management System gebruikt de motortemperatuur, het motortoerental
en de accuspanning voor het instellen van de choke bij het starten en opwarmen van de
motor. Het systeem heeft geen afstellingen. Neem bij start- of bedrijfsproblemen contact
op met een geautoriseerde Briggs & Stratton-dealer.
OPGEPAST
Als u de onderstaande stappen niet opvolgt kan het Electronic Fuel
Management System beschadigd raken.
•
Start de motor nooit als de accukabels loszitten.
•
Draai de sleutel naar de stand UIT voordat de accu wordt losgenomen, verwijderd
of geïnstalleerd.
•
Gebruik nooit een acculader om de motor te starten.
•
Koppel de accukabels nooit los terwijl de motor loopt.
•
Bij het aansluiten van de accukabels moet altijd eerst de positieve (+) kabel en daarna
de negatieve (-) kabel op de accu worden aangesloten.
•
Voordat de accu wordt opgeladen moet de contactsleutel naar de stand UIT worden
gedraaid en moet de negatieve (-) accukabel van de accu worden losgenomen.
•
Sproei geen water rechtstreeks op de Electronic Control Unit.
Carburateur en motortoerental
Stel de carburateur of het motortoerental nooit af. De carburateur is in de fabriek afgesteld
voor een efficiënte werking onder de meest gangbare omstandigheden. Verander niets
aan de regulateur, koppelingen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen.
Als er afstellingen moeten worden uitgevoerd, neem contact op met een erkende Briggs
& Stratton-servicedealer.
OPGEPAST
De fabrikant van de apparatuur heeft het maximale toerental voor de
motor zoals geïnstalleerd in de apparatuur gespecificeerd. Overschrijd dit toerental
niet. Als u niet weet wat het maximale toerental van de apparatuur is of waarop het
motortoerental in de fabriek is ingesteld, neem contact op met een erkende Briggs &
Stratton-servicedealer. Voor een veilige en juiste bediening van de apparatuur mag het
motortoerental uitsluitend worden afgesteld door een gekwalificeerde servicemonteur.
Voer onderhoud uit aan de bougie.
Zie Afbeelding 11
Controleer de elektrodeafstand (A, Afbeelding 11) met een draadkaliber (B). Stel zonodig
de afstand bij Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen aanhaalkoppel
Zie voor afstelling van de elektrodeafstand en het aanhaalkoppel het deel Specificaties .
Opmerking: *In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van
weerstandsbougies om ontstekingssignalen te onderdrukken Indien deze motor origineel
was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type
bougie.
85