Kanalisering via de muur.
Voor een doeltreffende verspreiding van de
gekanaliseerde warmte is het verplicht om:
- De pijp met isolatiemateriaal met een dikte
van 2 mm te bekleden (bijv. mineraalvezel,
keramiekvezel, rotsvezel) om verspillingen
te beperken en een luchttemperatuur te
garanderen die warm genoeg is.
- Het isolatiemateriaal moet een soortelijk
gewicht hebben dat gelijk is aan of meer is dan
50 kg/m³ met een gebruiksgrenstemperatuur
van tenminste 250°C. Warmtegeleidbaarheid
(100°C) ≤ 0,050 W/mK.
- Voor de warmte-isolatie is "AGI Q132" of "DIN
18895" gecodeerd materiaal toegestaan.
- De totale maximum lengte van de flexibele
pijp die uit de ventilator komt mag niet meer
zijn dan 4 meter.
Als het isolatiemateriaal niet in de vloer
a
of in de muur aangebracht is moet dit
op het oppervlak bevestigd worden met
bevestigingspunten om de 30 cm.
Hiernaast worden enkele voorbeelden getoond
waarbij een flexibele pijp in de muur geplaatst
is (Fig. 5-6).
Straalgebied
van
luchtuitstroomopening.
Rondom de warme luchtuitstroomopening
moet een ruimte over gelaten worden waarin
de aanwezigheid van ontvlambare voorwerpen
(meubels, kleden, gordijnen enz.) of materiaal dat
hittegevoelig is (hout, plastic enz.) verboden is.
Op figuur 7 zijn de maten in mm van de
veiligheidsruimte vermeld; deze ruimte
bedraagt 600 mm gerekend vanaf de bovenste
rand van de uitstroomopening.
In
geval
a
vloerbedekking moeten de warme
luchtuitstroomopeningen
afstand van minimaal 200 mm van de
vloer geplaatst worden.
6
de
warme
van
ontvlambare
op
een
H07029540 / DT2001164 – 01
Fig. 5
Fig. 6
Fig. 7
WARME
LUCHTUITSTROOMOPENING
600
600
DT2030172-00