- Maak de kabel vast met het bijgeleverde
klemmetje (7), zoals hiernaast afgebeeld.
(Fig. 17)
- Plaats de haken met de koppeling (6) in de
aangegeven punten en schuif de kabel erdoor.
Controleer of de kabel niet in aanraking
a
kan komen met onderdelen die warm
kunnen worden.
- Maak de uiteinden van de kabel vast op het
klemmetje dat gemeenschappelijk is met
de tangentiële omgevingsventilator, zoals
hiernaast afgebeeld (Fig. 19) en plaats het
klemmetje op de elektronische kaart (SCAM-
aansluiting), zoals weergegeven op het schema
voor de elektrische installatie van het toestel.
- Maak de aarddraad vast op de kaart zoals
afgebeeld op het schema voor de elektrische
installatie van het toestel.
- Monteer de gietijzeren plaat, het voorpaneel en
de mantel opnieuw in omgekeerde volgorde.
10
Fig. 17
Fig. 18
Fig. 19
H07029540 / DT2001164 – 01
7
DT2033962-00
6
DT2034119-00
DT2034070-01