►►
3.
BEDIENING
►
WIJZING KNOPPEN:
► AAN/UIT: Druk op de knop AAN/UIT. Het ap-
paraat werkt in de cyclus: „AAN-UIT-AAN".
► Vochtigheid omhoog/omlaag: Druk eenmaal
op de knop "Vochtigheid omhoog" of "Vochtig-
heid omlaag" om het vochtigheidsgehalte met
1% te laten stijgen of dalen. Houd de knop ge-
durende 1,5 seconde ingedrukt om de percenta-
gewaarde met 5% per seconde te doen stijgen
of dalen.
► Geheugenknop: Druk op de geheugenknop
(het geheugenlampje zal gaan branden) om de
geheugenfunctie te activeren voor wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld. Druk nogmaals
of de geheugenknop en het lampje zal uitgaan
en de geheugenfunctie zal worden gedeacti-
veerd.
HET APPARAAT AANZETTEN:
► Steek de netstekker in het stopcontact. Het
apparaat zal een kort geluid maken.
► Druk op de knop "ON/OFF". Het bedrijfslamp-
je zal aangaan en de en de display van de voch-
tigheidsgraad zal de eerder ingestelde vochtig-
heidsgraad laten zien. De begininstelling van de
vochtigheidsgraad is 60%. Na 3 seconden zal
de display van de vochtigheidsgraad de werke-
lijke vochtigheidsgraad laten zien.
► Gebruik de pijltjes omlaag en omhoog om de
gewenste vochtigheidsgraad in te stellen. Indien
de ingestelde vochtigheidsgraad 3% lager is dan
de werkelijke vochtigheidsgraad, dan werkt het
apparaat en indien de ingestelde vochtigheids-
graad 3% hoger is dan de werkelijke vochtig-
heidsgraad, dan stopt het apparaat met werken.
► Indien de ingestelde vochtigheidsgraad lager
is dan 30% werk het apparaat onafgebroken en
staat er "CO" op de display.
HET APPARAAT UITSCHAKELEN:
► Druk op de knop "ON/OFF" tijdens de wer-
king van het apparaat. Het apparaat zal worden
uitgeschakeld en alle lampjes en de display zul-
len uitgaan.
LET OP:
► Indien de ingestelde vochtigheidsgraad ho-
ger is dan de werkelijke vochtigheidsgraad, dan
zal het apparaat niet werken.
► Indien de watertank vol is, gaat het lampje
„volle tank" aan. Ondertussen schakelen de
GEBRUIKSAAN-
compressor en ventilatormotor automatisch uit
en de luchtontvochtiger zal om de 5 minuten
een geluid maken totdat de watertank wordt ge-
leegd. Nadat de watertank is geleegd, zal het
apparaat weer gaan werken.
► Gedurende het ontvochtigingsproces moeten
de ventilatormotor en de compressor minstens
3 minuten werken na het starten. De luchtont-
vochtiger mag niet eerder dan na drie minuten
na het uitschakelen weer wordt aangezet.
► Bij lage temperaturen zal de luchtontvochti-
ger automatisch naar de ontdooistand omscha-
kelen. Tijdens het ontdooien gaat het ontdooi-
lampje aan. De compressor werkt en de venti-
lator stopt.
► Indien de geheugenknop wordt ingedrukt,
wordt de werkelijke vochtigheidsgraad opge-
slagen, zelfs wanneer het apparaat wordt uit-
geschakeld. Bij het opnieuw opstarten, zal het
apparaat werken volgens de opgeslagen instel-
lingen.
► De display van de vochtigheidsgraad laat een
vochtigheidsgraad van 30% tot 90% zien.
► Als u de luchtontvochtiger gedurende een
langere periode niet gebruikt, haal dan altijd de
stekker uit het stopcontact.
VASTE WATERAFVOER:
► Houdt de watertank binnenin, verbindt de
pijpleiding, en trek er de pijpleiding uit via de
rechterkant van de machine (FIG. 19, 20).
►►
4. ONDERHOUD EN VEILIGHEID
►
► FIG. 3
Gebruik geen verlengsnoer of stekkerdoos. Dit
kan leiden tot brandgevaar, straling of een elek-
trische schok.
► FIG. 4
Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt
van een verwarming of een andere hittebron.
Dit kan namelijk leiden tot het smelten van het
apparaat en zelfs ontbranding ervan.
► FIG. 5
Gebruik de luchtontvochtiger niet buitenshuis
(in de zon, wind of regen). Het apparaat is uit-
sluitend geschikt voor gebruik binnenshuis
► FIG. 6
Indien er zich problemen voordoen (bijvoorbeeld
een brandlucht), dient het apparaat meteen te
BG
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GB
HR
HU
IT
LT
LV
NL
NO
PL
RO
RU
SE
SI
SK
UA
SE
SI
SK
TR
UA