swingo 4000/5000 (Lithium)
Charger
Mains
external
red
Power Board
black
In een noodgeval
GEVAAR:
In een noodgeval (verkeerd gedrag van de machine)
moet de batterijstekker worden uitgenomen.
Het laadproces
VOORZICHTIG:
Neem de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van
de externe batterijlader in acht.
VOORZICHTIG:
Elk type batterij en/of batterijfabrikant vraagt om
een andere laadkarakteristiek.
Een verkeerde laadkarakteristiek of het gebruik van een
ongeschikte lader zal leiden tot voortijdige ontlading of
een verkorte levensduur van de batterij.
AANWIJZING
Optionele on-board-laders zijn aangepast aan de
grootte van de batterij en omvatten meerdere laad-
curves die vooraf in de fabriek of door de TASKI
servicemonteur zijn ingesteld voor de aanbevolen
batterijen. Deze bepaling is eveneens van toepas-
sing bij het gebruik van stationaire (externe) laders.
VOORZICHTIG:
Permanent kort gebruik dat steeds gevolgd wordt
door opladen kan de batterijen permanent bescha-
digen.
- Geschatte waarde: Voor het opnieuw opladen van de
batterij moet deze tenminste ongeveer 20% van de
beschikbare capaciteit hebben afgegeven.
VOORZICHTIG:
Om een maximale levensduur van de batterijen te
bereiken moeten tractiebatterijen 2x per week een
volledige laadcyclus (12-16 uur) doorlopen.
Indien de machine voor een langere tijde niet wordt
gebruikt, moeten de batterijen een volledige laadcy-
clus doorlopen. De lader wordt vervolgens van de
machine of het net losgekoppeld. Batterijen zullen
na verloop van tijd spontaan ontladen. Afhankelijk
van het type moeten zij elke 3 tot 6 maanden wor-
den herladen.
- Voordat de batterijen opnieuw worden gebruikt, moe-
Opladen met een externe lader
25.6 V
Er mogen alleen laders worden gebruikt die door de
batterijfabrikant worden aanbevolen en gecertifi-
ceerd zijn volgens SELV (Safety Extra-Low Voltage,
extra lage spanning).
Steek de lader niet in de machine als de lader onder
spanning staat (de lader is ingeschakeld).
De gebruiker kan hierbij gewond raken door een elektri-
sche schok.
Laadkabels zijn voorzien voor hoge stroomwaar-
den. Als stekkers, kabels of aansluitingen tekenen
van schade vertonen, mag de lader niet gebruikt
worden.
• Sluit de externe batterijlader aan op de laadstekker voor de
Let erop dat de stekker tot aan de aanslag ingesto-
ken is om een goed elektrisch contact te waarbor-
gen.
Controleer of de aangesloten lader het laden ge-
start heeft.
Tijdens het laden zijn alle functies van de machine
uitgeschakeld.
Opladen met (optionele) On-board-lader
• De machine moet uitgeschakeld zijn.
• Sluit het netsnoer aan op een (langzaam afgeschermd)
VOORZICHTIG:
ten ze een volledige laadcyclus doorlopen.
AANWIJZING
GEVAAR:
WAARSCHUWING:
batterij van de machine.
AANWIJZING
AANWIJZING
AANWIJZING
stopcontact.
• Het gele lampje brandt continu tot ca.
90% van de batterijcapaciteit bereikt
is. Daarna knippert het lampje tot de
batterij volledig geladen is.
• Wanneer het laden is voltooid, brandt
het groene lampje.
233