5
Instellen van de machine
De machine moet worden ingesteld in de volgende situaties:
– Wanneer een ander type adereindhuls moet worden ver-
werkt
– Elke keer dat de machine in bedrijf wordt gesteld
Tijdens de instelling moeten de volgende instellingen wor-
den gecontroleerd en indien nodig aangepast:
– Startpositiesymbool
– Stripgraad, draaddoorsnede
– Krimptrommel
– Dagteller
Om de machine in te stellen moet hij in
de startpositie zijn en het startpositiesymbool
moet worden getoond.
Basis menuweergave
A
Maat krimpmal
B
Stripgraad
C
Draaddoorsnede
D
Dagteller
E
Startpositiesymbool
Overzicht stripgraad instelwaarde
Afbeelding 5.1 Instelwaarden
296
5.1 Instellen van de stripgraad
Vereist gereedschap: inbussleutel, maat 4.
– De stripgraad (B) en de draaddoorsnede (C) worden ge-
toond op het touch-display.
– Door rechtsom/linkdsom draaien, wordt de stripgraad
veranderd.
A
B / C
Afbeelding 5.2 Aanpassing stripgraad
D
E
5.2 Uitvoeren van een striptest
Iedere keer dat het te verwerken materiaal wordt gewijzigd,
moet een striptest worden uitgevoerd.
► Schakel de hoofdschakelaar in.
► Er mogen geen adereindhulzen meer in de transporteen-
heid zijn.
► Voer een draad in om te strippen.
► Controleer het resultaat:
– Is alle gevlochten draad onbeschadigd?
– Is het strippen recht en gelijkmatig uitgevoerd?
► Wijzig de stripgraad als het resultaat onbevredigend is en
herhaal de test.
2516390000/03/07.2018