3-3. Gebruiken van de interne thermostaat
Met de knop voor de interne thermostaat kan de gewenste temperatuur worden ingesteld.
Wanneer de omgevingstemperatuur de in-
gestelde waarde bereikt, zal het verwarmings-
toestel de vlam doven en de afkoelprocedure
die hoort bij het automatisch afslaan beginnen.
Wanneer de omgevingstemperatuur beneden de in-
gestelde temperatuur zakt, zal het verwarmingstoestel
opnieuw opstarten. Deze procedure zal zich blijven
herhalen zolang de hoofdschakelaar aan blijft staan.
• De interne thermostaat van dit verwarmingstoestel is bedoeld als een vrij grove richtlijn. Als er een meer precieze tem-
peratuurregeling vereist is, kunt u het beste een externe thermostaat gebruiken.
Voor ononderbroken (continu) gebruik kunt
u de knop voor de interne thermostaat op
"Cont." zetten.
• Wanneer de omgevingstemperatuur ongeveer 40˚C/104˚F wordt, zal het verwarmingstoestel de automatische stopproce-
dure beginnen, ook al staat de knop voor de interne thermostaat op "Cont.".
• Wanneer het aan/uit lampje oplicht, maar het verwarmingstoestel niet werkt, staat het toestel in de paraatstand, geregeld
door de thermostaat.
■ Temperatuurinstelling met de interne thermostaat
Stand
Ext. thermostat
■ Locatie van de temperatuursensor voor de interne thermostaat
De temperatuursensor voor de interne ther-
mostaat bevindt zich rechts onderaan de
brander.
Ingestelde temperatuur
Aansluiting voor een externe thermostaat
LET OP
LET OP
De temperatuur zoals die wordt geregeld
met de interne thermostaat kan worden in-
gesteld op een aantal standen, afhankelijk
van de omgevingstemperatuur van het ver-
warmingstoestel.
Temperatuursensor voor de interne thermostaat
Knop voor
de interne
thermostaat
66