Voor een veilig gebruik moeten de volgende regels stipt worden opgevolgd
Zorg ervoor dat u het
15
netsnoer niet beschad-
igt.
16
Draag handschoenen.
Controleer of de vlam
uit is en de stroom is
uitgeschakeld voor u
17
het verwarmingstoes-
tel onbeheerd laat.
Gooi het verwarmingstoestel
18
niet weg op een manier die in
strijd is met de regelgeving.
Gebruik het verwarm-
ingstoestel in geen
geval op de volgende
19
plekken of onder de
volgende omstan-
digheden.
Gebruik het toestel
20
niet bij extreme tem-
peraturen.
Geef de handleiding
21
aan de nieuwe eige-
naar of gebruiker.
Do not use fuel of low
22
quality
Wees voorzichtig wan-
neer u het verwarm-
23
ingstoestel verplaatst
of opslaat.
Buiten bereik van kin-
24
deren houden.
Kinderen of minder
validen mogen dit ver-
25
warmingstoestel niet
bedienen
Kijk in geen geval
26
rechtstreeks in de
straalschijf
LET OP
Zorg ervoor dat er niet teveel kracht op het snoer komt te staan, bijvoorbeeld omdat het geknakt
is of omdat eraan getrokken wordt, doordat het gedraaid wordt, afgeklemd of doordat eraan gek-
noeid is. Om brand en elektrische schokken te voorkomen mogen er ook geen zware voorwerpen
enz. die schade kunnen toebrengen op het snoer of het verwarmingstoestel geplaatst worden.
Draag handschoenen wanneer u het verwarmingstoestel schoonmaakt om ver-
wonding van uw handen of vingers te voorkomen. We raden u aan ook bij het
gebruiken en verplaatsen van het verwarmingstoestel handschoenen te gebruiken.
Nadat u het verwarmingstoestel uit heeft gezet, moet u controleren of de vlam inderdaad
gedoofd is en of de stroomvoorziening losgekoppeld is voor u het verwarmingstoestel on-
beheerd achterlaat. Het is niet veilig om het verwarmingstoestel onbeheerd achter te laten
terwijl het toestel nog aan het afkoelen is, of om het onbeheerd achter te laten op plekken
waar kinderen aanwezig zijn of waar kinderen het toestel onbeheerd aan kunnen treffen.
Wanneer u het verwarmingstoestel weg wilt doen, mag u dat niet doen op een manier die in strijd is met
de geldende regelgeving voor het wegwerpen van dergelijke apparatuur, maar moet u de plaatselijke
autoriteiten raadplegen om u op een legale en verantwoorde manier te kunnen ontdoen van het apparaat.
Om ongelukken en letsel te voorkomen, mag het verwarmingstoestel in geen
geval gebruikt worden op de volgende plekken of onder de volgende omstan-
digheden:
• Op een trillende, schokkende of op een andere manier onstabiele of beweg
ende ondergrond
• Op ladders, stellingen of bokken
• Op een vloer die afl oopt, op een helling of op een vloer die op een andere
manier niet horizontaal is
• Op een trap, of op een plek waar het toestel de toegang tot een nooduitgang
zou belemmeren
• In de buurt van instabiele of gestapelde materialen
• Op winderige, vochtige of stoffi ge plekken, of op plekken waar metaaldeeltjes
aanwezig zijn
• Op plekken waar het toestel mensen of voertuigen in hun bewegingen hindert
Wees altijd voorzichtig bij het bepalen van de plaats van het verwarmingstoes-
tel, zowel voor gebruik als voor opslag, en houd rekening met zowel op dit mo-
ment aanwezige als mogelijk toekomstige gevaren.
Zorg ervoor dat het verwarmingstoestel gebruikt wordt bij temperaturen tussen -20˚
en 40˚C (-4˚ en 104˚F). Als het verwarmingstoestel wordt gebruikt bij temperaturen
boven 40°C (104°F), zal het toestel oververhit raken, wat zal leiden tot brand.
Als het verwarmingstoestel wordt verkocht of aan iemand anders wordt uit-
geleend of weggegeven, zorg er dan voor dat deze handleiding samen met het
verwarmingstoestel aan de nieuwe eigenaar of gebruiker wordt gegeven.
Gebruik geen brandstof van lage kwaliteit, zoals afgewerkte olie of brandstof die
vermengd is met water.
Wanneer het verwarmingstoestel wordt verplaatst of opgeslagen, moet het toes-
tel horizontaal blijven staan om te voorkomen dat er brandstof uit kan lekken.
U mag het verwarmingstoestel niet gebruiken, laten afkoelen of opslaan op
plekken waar kinderen erbij kunnen. U mag het verwarmingstoestel niet
laten ontsteken, bedienen, onderhouden, beheren of op enige manier laten
gebruiken door kinderen.
Dit verwarmingstoestel mag niet worden bediend door kinderen of lichamelijk
gehandicapten, of door personen met onvoldoende kennis van zaken of ervar-
ing, behalve onder toezicht en na afdoende training.
Kijk wanneer het verwarmingstoestel in gebruik is in geen geval rechtstreeks in
de straalschijf. Dit kan namelijk leiden tot oogletsel.
60