HYDAC International SBO330-1 Instrucciones De Servicio página 63

4.8 Bevestiging
Membraanaccumulatoren met een inhoud tot 2
L en een standaard vloeistofaansluiting kunnen
direct op de leiding worden geschroefd. De
bevestiging van de membraanaccumulator
moet zo worden gekozen, dat deze bestand is
tegen de bij het bedrijf optredende trillingen of
een eventuele breuk in de aansluitleidingen.
Daarnaast mogen de bevestigingselementen
geen spanningen van enige vorm op de
membraanaccumulator uitoefenen.
Geschikte beugels en consoles kunnen worden
ontnomen aan het prospectusdeel:
"Bevestigingselementen voor hydraulische
accumulatoren"
nr. 3.502
4.9 Algemeen
Verdere technische details kunnen worden
ontnomen aan de volgende prospectusdelen:
"Hydraulische membraanaccumulator"
nr. 3.100
"Hydraulische dempers"
nr. 3.701
5. Onderhoud
5.1 Essentiële
onderhoudsvoorschriften
Voor een lang en storingsvrij bedrijf van de
hydraulische accumulator moeten de volgende
onderhoudswerkzaamheden met regelmatige
intervallen worden uitgevoerd:
– Voorvuldruk (p ) van de hydraulische
0
accumulator controleren,
– Aansluitingen controleren op goede
bevestiging en lekkages,
– Toestand van armaturen en
beveiligingsinrichtingen controleren,
– Bevestigingselementen controleren.
LET OP
De geldende nationale reglementen m.b.t.
periodieke herkeuring moeten in acht worden
genomen.
5.2 Controle-intervallen voor de
voorvuldruk
Wordt een bepaald accumulatortype voor het
eerst in bedrijf gesteld en zijn geen waarden uit
de ervaring beschikbaar, dan wordt aanbevolen
de volgende controle-intervallen aan te houden:
Tijd na Membranen
inbouw van elastomeer
direct X
3 dagen –
7 dagen X
4 weken –
8 weken X
6 maanden –
1 jaar X
X = Voorvuldruk controleren
Is geen merkbaar gasverlies opgetreden,
dan kunnen de verdere controles van
elastomeermembranen jaarlijks worden
uitgevoerd (halfjaarlijks voor membranen van
puur PTFE).
Zijn voldoende ervaringswaarden voorhanden,
dan kunnen de controle-intervallen per geval
worden vastgelegd.
LET OP
In geval van continu gebruik bij hoge
bedrijfstemperaturen zijn kortere controle-
intervallen vereist.
De nominale waarden van de voorvuldruk (p
hebben betrekking op een vultemperatuur
van 20 °C.
5.3 Controleren voor de
voorvuldruk
De voorvuldruk (p ) kan met en zonder het
0
vul- en testapparaat FPU worden gecontroleerd.
Bij kleine hydraulische accumulatoren en waar
mogelijk moet de voorvuldruk (p
vul- en testapparaat worden gecontroleerd,
aangezien bij deze methode geen gasverlies
tijdens de controleprocedure optreedt.
LET OP
Voor afbeeldingen bij de tekst, zie
uitklappagina.
Membranen van
puur PTFE
X
X
X
X
X
X
X
)
0
NL
) zonder het
0
63