een waarschuwingssignaal te horen. Bovendien is middels gesproken woord (appendix a) te horen, dat er
nu geen of een beperkte verbinding tussen de zender en ontvanger bestaat.
5.4 toetsblokkering activeren/deactiveren
de toetsblokkering wordt door een korte druk op toets (6) geactiveerd, in de display verschijnt het symbool
(7.8), en u wordt middels gesproken woord erop gewezen dat de toetsen geblokkeerd zijn. door opnieuw
kort op toets (6) te drukken wordt de toetsblokkering weer gedeactiveerd en het symbool (7.8) verdwijnt.
5.5 toetsen en waarschuwingssignalen uitschakelen
Het uitschakelen van de toetsen en waarschuwingssignalen is vooral gedurende de nacht handig.
zelden optredende korte storingen kunnen leiden tot een storingsmelding van de reikwijdtecontrole; de
ontvangst wordt daardoor echter niet permanent beperkt. Vooral gedurende de nacht wanneer andere
draadloze babyfoons of zendinstallaties door een te hoge reikwijdte storen, is het aan te bevelen om de
waarschuwingssignalen uit te schakelen, omdat de verbinding in de nabije omgeving (bijvoorbeeld de
eigen woning) toch gewaarborgd is. druk kort op toets (16), het symbool (7.5) verschijnt. alle toetsen
en waarschuwingssignalen zijn nu uitgeschakeld. druk opnieuw kort op toets (16) om deze weer in te
schakelen, het symbool (7.5) verdwijnt.
5.6 gesproken uitvoer activeren/deactiveren
de gesproken uitvoer kan – net als de toetsen en waarschuwingssignalen – uitgeschakeld worden.
Houd toets (16) ingedrukt, totdat het symbool (7.6) in de display verschijnt. de gesproken uitvoer is nu
gedeactiveerd. Om de gesproken uitvoer weer te activeren, houdt u de toets (16) nogmaals ingedrukt,
totdat het symbool (7.6) verdwijnt.
5.7 Ontvangstantenne
de ontvangstantenne (17) dient verticaal gepositioneerd te worden. druk op de vergrendelingsknop (18) en
de antenne springt uit de behuizing. draai vervolgens de antenne in verticale positie naar boven tot deze
vast klikt. Voor het inklappen van de antenne deze weer in de behuizing terug drukken. in de nabijheid
van de woning of in de woning zelf kan de antenne ook ingeklapt blijven. dit dient u echter wel vooraf
te testen. wanneer de reikwijdtecontrole vaker een waarschuwing geeft, dan dient u de antenne weer in
verticale positie te brengen.
5.8 draagclip
Met de clip kan de ontvanger aan een riem of een tas bevestigd worden.
6. geBruiks- en VeiLigheidsaanwijzingen
zorg ervoor dat de afstand tussen zender en kind minstens één meter bedraagt. deze installatie kan het
persoonlijke toezicht van een kind of van een hulpbehoevende persoon niet vervangen, maar slechts
ondersteunen. iedere vorm van aansprakelijkheid buiten de wettelijke garantievoorschriften is uitgesloten.
dit geldt met name voor het niet voorziene medische gebruik van deze installatie.
ce cOnFOrMiteit
wij bevestigen de conformiteit van de apparatuur met de europese richtlijn 89/336/ewg inzake
elektromagnetische straling, alsook met de richtlijn voor laagspanningsapparatuur 73/23/ewg. de