2. Als de onderdraad er uit ziet als een rechte lijn (Fig.B), geeft dit aan dat de bovendraad te los zit. Draai de
bovendraad-spanningsknop naar een hoger cijfer om de spanning te verhogen en normale steken te
krijgen.
3. Als de bovendraad er uit ziet als een rechte lijn (Fig.C), geeft dit aan dat de bovendraad te strak zit. Draai
de bovendraad-spanningsknop naar een lager cijfer om de spanning te verlagen en normale steken te
krijgen.
GEPASTE KLEDING OM TE NAAIEN
Voorstelling van
te naaien doek
Specificaties
van stof
Normaal
Dik
Dun
Hard
Zacht
Naaidoeltreffendheid:
√:betekent eenvoudig te naaien
×:betekent moeilijk te naaien
△:betekent niet soepel te naaien
Opmerking:
1. Bepaling van de stofdikte:
Dun (stof): twee lagen van stofdikte < 0,35mm;
Dik (stof): twee lagen van stofdikte < 0,8mm;
Normaal (stof): twee lagen van stofdikte ≥ 0,35mm en ≤ 0,8mm.
2. Bepaling van elastische doek:
Als de doek, met een afmeting van „100 mm x 30 mm", tot meer dan 106 mm wordt uitgetrokken bij een
spankracht van 0,5 kg, dan is de doek elastisch, anders is het inelastisch.
3. Harde stof: zoals jeans, fijne canvas, etc.
4. Zachte stof: zoals handdoek, stofdoek, etc.
MEER TIPS
1. Zorg dat er zich stof onder de naald bevindt wanneer de machine in werking is en de naald beweegt,
anders zal de machine vastlopen en zal de draad vast komen te zitten.
Katoen/Linne
Zijde/Wol
n
√
×
√
×
√
×
√
√
×
×
- 12 -
Fig.B
Fig.C
Polyester
√
√
×
√
×
Elastiek
△
△
×
△
×