steld worden aan warmte of extreme ver-
anderingen van temperatuur. Bewaar de
gasflessen steeds in een koele, droge en
donkeren plaats.
• Gebruik steeds een geschikt en goedge-
keurd lagedruk regelventiel. Contacteer de
dealer in jouw buurt bij twijfel.
• Gebruik enkel het type gas en de type fles
gespecifieerd door de fabrikant.
• In het geval van sterke wind moet in het
bijzonder aandacht geschonken worden
aan het voorkomen van het omvervallen
van het toestel.
• De leiding of de flexibele slang moet bin-
nen de voorgeschreven periodes vervangen
worden.
• Schakel het toestel onmiddellijk uit bij gas-
reuk of wanneer gas wordt waargenomen
en door alle open vlammen.
DE KACHEL MONTEREN
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade of letsel wanneer er geen
rekening wordt gehouden met de hierboven beschreven zaken.
LOCATIE VAN DE VERWARMER EN AFSTANDEN
Behoud steeds: (Pic. 1)
- 120 cm afstand van ontvlambare stoffen
- minimum 100 cm vrije ruimte bovenaan
- minimum 100 cm vrije ruimte zijdelings
- De verwarmer mag enkel op een stevige, rechte en stabiele ondergrond
geplaatst worden.
GAS-VEREISTEN
Gebruik enkel propaan, butaan of LPG Zie het klasse-label op het toestel.
•
De maximum afmeting van de gasfles geschikt voor het toestel is Ø 30 cm
x (60-65) cm (hoog) (*). Binnen afmeting van de voet met draagstaven (*)
hoogte is afhankelijk van de afmeting en het type van uw gasregelaar
•
Gastoevoer van de gasfles naar het toestel: Het toestel vereist goedgekeurde
gasslangen in lengtes van 140 cm en een gasregelaar (Slang en regulator niet
bijgesloten). De montage van de slang en de regelaar moet conform de loka-
le normen gebeuren.
•
De maximale inlaatdruk van de regelaar mag niet groter zijn dan 690 kPa.
•
De uitlaatdruk van de regelaar moet 28 mbar (2,8 kPa) tot 37 mbar (3,7 kPa)
zijn, afhankelijk van het land.
1
91