Nederlands
De lasermarkeerinrichting zal niet oplichten indien het
digitale weergavepaneel uitstaat. (Alleen bij C12LCH)
Gebruik het gereedschap niet in de buurt van
apparaten die electrisch geluid voortbrengen, zoals
generators. Electrisch geluid kan mogelijk
(meet)storingen veroorzaken bij het digitale
weergavepaneel.
9. Zagen
(1) De breedte van het zaagblad is tevens de breedte van
de zaagsnede (zie Afb. 20). Als gevolg hiervan, schuift
u het werkstuk naar rechts (bezien vanuit de bediener)
wanneer lengte
is verlangd, of naar links, wanneer
lengte is
is verlangd.
(Alleen geldig voor model C12LCH/C12FCH)
Indien een lasermarkering wordt gebruikt, lijn dan de
laserlijn uit met de linkerzijde van het zaagblad, en
vervolgens lijnt u de inktlijn uit met de laserlijn.
(2) Nadat het zaagblad op het maximum toerental is gekomen,
dient u de vergrendelgreep langzaam naar beneden te
brengen terwijl u de hendel (D) ingedrukt houdt en het
zaagbald in de buurt van het te zagen materiaal brengt.
(3) Wanneer het zaagblad contact maakt met het
werkstuk, duwt u de handgreep geleidelijk naar
beneden om in het werkstuk te snijden.
(4) Wanneer het werkstuk tot de gewenste diepte is
gesneden, schakelt u het gereedschap uit en laat het
zaagblad dan volledig tot stilstand komen voordat u
de handgreep omhooghaalt van het werkstuk om deze
weer in de volledig ingetrokken positie te zetten.
LET OP
Raadpleeg de tabel met "SPECIFICATIES" voor de
maximale zaagcapaciteit.
Een hogere druk op de handgreep resulteert niet in
een hogere snijsnelheid. Integendeel, bij een te hoge
druk kan de motor overbelast worden en/of het
snijrendement afnemen.
Zorg dat de trekschakelaar in de OFF stand staat en
de stekker uit het stopcontact is gehaald wanneer het
gereedschap niet wordt gebruikt.
Schakel het gereedschap altijd uit en laat het zaagblad
volledig tot stilstand komen voordat u de handgreep
vanaf het werkstuk omhooghaalt. Als de handgreep
omhooggehaald wordt terwijl het zaagblad nog
ronddraait, kan het afgesneden stuk materiaal vast
komen te zitten tegen het zaagblad waardoor er
gevaarlijke splinters kunnen rondvliegen.
Telkens wanneer een normale of een diepe
snijbewerking is voltooid, zet u de schakelaar uit en
controleert dan of het zaagblad volledig tot stilstand
is gekomen. Haal daarna de handgreep omhoog en
zet deze weer in de volledig teruggetrokken stand.
U moet absoluut eerst het gezaagde materiaal van de
bovenkant van de draaitafel verwijderen voor u
doorgaat naar de volgende stap.
10. Procedure voor verstekzagen
(1) Draai de zijgreep los en trek de hendel omhoog voor
hoekstoppers. Stel daarna de draaitafel af totdat de
indicator is uitgelijnd met de gewenste instelling op
de verstekschaal (Afb. 21).
(2) Draai de zijgreep weer vast om de draaitafel in de
gewenste positie te vergrendelen.
OPMERKING
Er zijn positieve stops aan de rechter- en linkerkant
van de middelste 0° instelling, op de plaats van de
15°, 22,5°, 31,6° en 45° instellingen.
53
Zorg dat de verstekschaal en het uiteinde van de
indicator juist zijn uitgelijnd.
Wanneer de zaag wordt gebruikt terwijl de
verstekschaal en de indicator niet juist zijn
uitgelijnd, of wanneer de zijhandgreep niet juist is
vastgedraaid, kan dit resulteren in een slechte
snijprestatie.
LET OP
Verwijder nooit de zijgreep: het gebruik van het
apparaat zonder dit onderdeel is gevaarlijk.
Draai de verstekgreep altijd goed vast om een ongeluk
of persoonlijk letsel te voorkomen.
11. Procedure voor afschuinen (Abb. 22)
(1) Draai de klemhendel los en draai het zaagblad naar
de linker afschuinpositie.
(2) Stel de gewenste afschuinhoek in terwijl u naar de
afschuinhoekschaal en de indicator kijkt en zet dan
de klemhendel vast.
WAARSCHUWING
Wanneer het werkstuk aan de linker- of rechterkant
van het zaagblad is vastgezet, zal het korte
afsnijgedeelte op de rechter- of linkerkant van het
zaagblad rusten. Schakel de stroom altijd uit en laat
het zaagblad volledig tot stilstand komt voordat u de
handgreep van het werkstuk omhooghaalt.
Als de handgreep omhooggehaald wordt terwijl het
zaagblad nog ronddraait, kan het afgesneden stuk
materiaal vast komen te zitten tegen het zaagblad
waardoor er gevaarlijke splinters kunnen rondvliegen.
Wanneer een afschuinzaagoperatie halverwege is
gestaakt, en u wilt deze operatie afmaken, start dan
vanuit de beginpositie, met de motorkop geheel
omhoog.
Begint u halverwege, zonder de motorkop eerst geheel
naar boven te brengen, dan kan de veiligheidskap vast
raken in de zaaggroef en contact maken met het
zaagblad.
12. Fijnafstelling van de verstekhoek (Afb. 23 en Afb. 24)
(1) Pak de hendel aan de motorkap en positioneer het
geheel in de gewenste verstekhoek. Zet de klemhendel
tijdelijk vast.
LET OP
De motorkop kan, indien onvoldoende vastgezet,
plotseling bewegen of slippen, mogelijk met letsel tot
gevolg. Zorg om dit te voorkomen dat u de motorkop
altijd voldoende vastzet.
(2) Stel de verstekhoek in door de hendel beet te pakken
en knop (A) te bewegen.
OPMERKING
Door knop (A) met de klok mee te draaien verschuift
het hoofdgedeelte fijntjes naar links (vanaf de
voorkant bezien).
Door knop (A) tegen de klok in te draaien verschuift
het hoofdgedeelte fijntjes naar rechts (vanaf de
voorkant bezien).
Indien u het hoofdgedeelte zo laat hellen dat er geen
gewicht rust op plaatje (A) en u vervolgens aan plaatje
(A) trekt, verandert de contactpositie en wordt de
rechter hellingshoek 3°.
Indien u het hoofdgedeelte zo laat hellen dat er geen
gewicht rust op plaatje (B) en u vervolgens aan plaatje
(B) trekt, verandert de contactpositie en wordt de
rechter hellingshoek 48°.
(3) Draai zodra u de gewenste hoek heeft ingesteld de
klemhendel vast en klem tevens de motorkop vast.