2 Gebruiksdoel
2.1 Gebruiksdoel
De brace mag uitsluitend worden gebruikt als hulpmiddel ter ondersteu
ning van de functie van de romp en mag alleen in contact worden gebracht
met intacte huid.
2.2 Indicaties
•
Lumbaalsyndroom
•
Lumbaalsyndroom
•
Lumbalgie
•
Pseudoradiculaire lumbo-ischialgie
•
Musculaire dysbalans
•
Degeneratieve veranderingen van de lendenwervels (bijv. osteochondro
se, spondylartrose, facetsyndroom)
•
Klachten ter hoogte van het sacro-iliacale gewricht
De indicatie wordt gesteld door de arts.
2.3 Contra-indicaties
2.3.1 Absolute contra-indicaties
Niet bekend.
2.3.2 Relatieve contra-indicaties
Bij de onderstaande indicaties is overleg met de arts noodzakelijk: contrac
turen van de wervelkolom, een beperkte borstademing, huidaandoeningen/-
letsel, ontstekingen, hypertrofisch littekenweefsel met zwelling, roodheid en
verhoogde temperatuur in het gedeelte van het lichaam waar het hulpmiddel
wordt gedragen, tumoren, lymfeafvoerstoornissen alsmede zwellingen met
een onbekende oorzaak van weke delen die zich niet in de directe nabijheid
van het hulpmiddel bevinden, sensibiliteitsstoornissen in de benen.
2.4 Werking
De brace ondersteunt de sensomotoriek en activeert de musculaire stabilisa
tie van de lendenwervelkolom. Het hulpmiddel werkt pijnverlichtend en ont
last de lendenwervelkolom. De proprioceptief werkende pelotte stabiliseert
de lumbosacrale overgang. De doorbloeding wordt verbeterd, de spierfunc
tie wordt bevorderd en spierspanningen nemen af.
32