Wanneer de ketting geblokkeerd is of niet verder getrokken kan worden,
13
moet u stoppen. Controleer en verhelp het probleem. Probeer niet om het
kettinghijswerk met geweld te bedienen. De last niet in de lucht laten hangen.
De last niet verder dan de bruikbare lengte van de ketting laten zakken.
14
Wanneer de ketting tussen het kettingwiel en de lasteindpen te strak getrok-
ken wordt, kunnen beschadigingen worden veroorzaakt.
Sta niet toe, dat de last met het kettinghijswerk in contact komt, anders wordt
15
de vrije draaiing geblokkeerd en kunnen beschadigingen ontstaan, of kan
de ketting in de knoop raken of het wiel blokkeren.
16
Regelmatige controle en onderhoud uitvoeren. Alle beschadigde of gebrek-
kige onderdelen moeten door een vakman worden vervangen.
De kettingfunctie moet zowel onder „last" als onder „geen last" voor de be-
17
diening voldoende grondig gecontroleerd worden.
18
Ervoor zorgen, dat het gewicht van de last kleiner dan het nominale ge-
wicht van het kettinghijswerk is. In twijfelgevallen, het kettinghijswerk niet
gebruiken.
19
Het kettinghijswerk nooit overbelasten.
De veiligheidsprocedure, controles en smeringen voor en tijdens de bedie-
20
ning uitvoeren. Het kettinghijswerk alleen bedienen, wanneer dit in correcte
staat is.
21
Er altijd voor zorgen dat de kettingen verticaal recht lopen en niet in de
knoop zitten.
De handketting en de lastketting nooit in een schuine hoek trekken.
22
23
Gebruik het kettinghijswerk niet in een explosieve omgeving of in vochtige
ruimtes.
Controleer de lastketting (1), handketting (2), bevestigingshaak (3), lasthaak
24
(4), lastpen (5), het aandrijfwiel (6) en snapslot (7) regelmatig op defecten;
speciaal ook na langere standtijd.
Stel de handketting (2) zo in, dat het keerpunt van de handketting (2) op een
25
hoogte tussen 500-1000 mm boven de grond ligt.
Let op alle tijdens het gebruik optredende defecten. Bij bijzonderheden tij-
26
dens het gebruik het kettinghijswerk direct buiten werking stellen.
De omgevingstemperatuur bij gebruik moet tussen -10°C en +50°C liggen.
27
AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Veiligheid op de werkplek
Om ongevallen te voorkomen moet u de werkzone hindernisvrij houden.
1
2
Zorg voor voldoende verlichting op de werkplek.
Houd kinderen evenals andere personen uit de buurt van de werkzone. Zorg
3
voor een veilige afstand tot de werkzone.
46
NL/BE