4 Voorbereiding en gebruik
LET OP
2C1=*: Beschadiging door onjuiste montage van de voetovertrek.
Gebruik voor het aanbrengen/verwijderen van de voetovertrek op resp.
van de voet geen gereedschap, omdat dit beschadiging van onderdelen
van de voet tot gevolg kan hebben.
LET OP
Beschadiging door verkeerd gebruik. De voetovertrek mag niet aan de
binnenkant worden bestoven met talkpoeder, omdat de voet daardoor
sneller slijt. Wanneer de voetovertrek beschadigd of versleten is, moet
deze worden vervangen.
4.1 Voetovertrek aanbrengen
Voordat de voetovertrek wordt aangebracht, moet eerst de buisadapter
aan de prothesevoet worden bevestigd. Dit vergemakkelijkt de daaropvol-
gende handelingen.
2C1=*
Schuif de prothesevoet met de hand in het voorvoetgedeelte van de voeto-
vertrek (afb. 2). Duw de voet vervolgens in de voetovertrek omlaag (afb. 3).
Zorg er hierbij voor dat de basisveer van de voet in het teengedeelte van
de voetovertrek ligt (afb. 4) en de voetadapter in de vergrendeling is in-
geklikt (afb. 5).
2C3=*/2C6=*
Steek de prothesevoet met de hand in de voetschaal en zorg ervoor dat het
teengedeelte van de voet in het teengedeelte van de voetschaal komt te zitten.
Houd de voet in het teengedeelte van de voetschaal. Zorg ervoor dat de hiel-
veer van de voet goed onder de hakspieën van de voetschaal komt te zitten.
4.2 Voetovertrek verwijderen
2C1=*
Duw de vergrendeling van de voetovertrek naar achteren (afb. 6) en trek het
hielgedeelte van de prothesevoet omhoog (afb. 7). U kunt de prothesevoet
nu in zijn geheel uit de voetovertrek halen (afb. 8).
44 | Ottobock