Alvorens het uitvoeren van berekeningen
De " MODE " toets gebruiken
Druk op de [ MODE ] toets om: een menu weer te geven voor het
bepalen van de werkingsmodus ( " 1: COMP ", " 2: STAT ", " 3:
TABLE " ).
COMP :
Gebruik deze modus om algemene berekeningen,
inclusief wetenschappelijke berekeningen uit te voeren.
(dit is de standaardinstelling)
STAT :
Gebruik deze modus om statistische en
regressieberekeningen met één en twee variabelen
uit te voeren.
TABLE :
Gebruik deze modus om een gedefinieerde functie in
een tabelvorm weer te geven.
Laten we de modus " 2: STAT " als een voorbeeld nemen:
Methode : Druk op [ MODE ] en toets vervolgens het nummer van
de modus, in dit geval [ 2 ], in om rechtstreeks de
gewenste modus te selecteren.
De " SET UP " toetsen gebruiken
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] om het menu weer te geven waar u het in-
en uitvoerformaat kunt instellen. In dit menu kunt u de hoekmodus,
de numerieke notatie, de statistische instellingen of het contrast
regelen. Het menu bestaat uit twee schermen die u kunt selecteren
aan de hand van [
1: M thIO
2: LineIO
3: D eg
4: R ad
5: G ra
6: F ix
7: S ci
8: N orm
MthIO :
LineIO :
Deg :
Rad :
Gra :
Fix :
Sci :
Norm :
ab/c :
d/c :
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
] en [
].
1: ab/c
3: S TA T
5:
De wiskundige modus geeft invoer en uitvoer weer
zoals in de schoolboeken. (dit is de
standaardinstelling)
De lineair modus geeft invoer en uitvoer weer op één
regel
De graden modus stelt de eenheid van de hoek in op
graden (dit is de standaardinstelling).
De radialen modus stelt de eenheid van de hoek in
op radialen.
De decimale graden modus stelt de eenheid van de
hoek in op decimale graden.
Vast aantal decimalen (0 tot 9)
Wetenschappelijke notatie (0 tot 9)
Norm specificeert het bereik (Norm1, Norm2) waarin
de resultaten weergegeven worden in de
exponentiële vorm of in de niet-exponentiële vorm
(Norm1 is de standaardinstelling)
ab/c geeft de breuk weer als een gemengd getal
d/c geeft de breuk weer als een onechte breuk (dit is
de standaardinstelling)
D – 5
2: d/c
4: D isp
C O N T