5. Systeemstart
1. Schakel het model in, door de schakelaar aan de
onderkant van het voertuig in de stand
ten. Als de verlichting van het voertuig knippert, is het
klaar om een verbinding op te bouwen.
2. Schakel de afstandsbedieningsmodule in door op de
knop
te drukken.
3. De verbinding tussen het model en de afstandsbe-
dieningsmodule wordt tot stand gebracht. Dit kan tot
vijf (5) seconden duren.
4. De verbinding tussen de afstandsbediening en het
voertuig is tot stand gekomen, als de koplampen, de
achterlichten en het controlelampje aan de handzender
permanent branden. Het model is in de afstandsbedie-
ningsmodule opgeslagen en klaar voor gebruik en kan
dan alleen door deze module gestuurd worden.
5. Nu kan men beginnen te spelen.
AANWIJZING: Door op de toets
bedieningsmodule te drukken, wordt de verbinding van
de afstandsbedieningsmodule naar het model beëin-
digd. Hierbij wordt het model uit het interne geheu-
gen gewist. Bij de volgende systeemstart moet de van
tevoren beschreven verbindingsopbouw, beginnend
met stap 1, opnieuw uitgevoerd worden. Om te ver-
mijden dat de modellen onbedoeld gebruikt worden,
moeten de accu's uit de modellen verwijderd worden,
nadat de speler gestopt is met spelen.
De radiografische tech-
niek die in deze modellen
wordt gebruikt, is uitge-
rust met een automati-
sche verbindingsopbouw.
De
afstandsbedienings-
module en de modellen
verbinden zich zelfstan-
dig en storingsvrij voor
andere
– en
SIKUCONTROL32-mo-
dellen. Om de modellen
in werking te stellen, gaat
u als volgt te werk:
"ON"
te zet-
van de afstands-
6. Vier versnellingen
De schakeling beschikt over vier versnellingen die het
mogelijk maken om in verschillende snelheden vooruit te
rijden. Bij elke hernieuwde inbedrijfstelling is de tweede
versnelling vooraf ingesteld. Met de toetsen
op de handzender kunt u de versnelling selecteren en
daardoor de gewenste snelheid instellen. Om de ach-
teruit-versnelling te gebruiken, moet u de gashendel
van de afstandsbediening van u af drukken.
7. Kleursensor
Kleursensor inschakelen
De sensor kan tijdens het spelen ingeschakeld worden.
Hiervoor drukt u op de toets
ningsmodule. De sensor is klaar voor gebruik, als de
lichtdiode (LED) die zich direct voor de sensor bevindt,
permanent verlicht is.
Kleursensor kalibreren
Als de kleursensor van het model niet op de betreffende
kleuren reageert, bestaat de mogelijkheid om deze sen-
sor tijdens het spelen telkens 1x op het grijze oppervlak
van de rijbaan te kalibreren, en wel als volgt:
1. Als de kleursensor ingeschakeld is (LED is verlicht),
drukt u tegelijkertijd op de toetsen
verlichting van het voertuig knippert nu afwisselend
vooraan en achteraan.
2. Zet het voertuig midden op het grijze oppervlak van
de rijbaan en druk nog eens tegelijkertijd op de toet-
sen
en
.
3. Zodra de verlichting ophoudt met knipperen, is het
voertuig opnieuw gekalibreerd en kan normaal ge-
bruikt worden.
Attentie! Een kalibrering is telkens slechts een keer
tijdens het spelen mogelijk. Als dit niet optimaal func-
tioneert, schakelt u het voertuig compleet uit (On / Off
schakelaar) en herhaalt u de procedure.
NL
en
van de afstandsbedie-
en
. De
27