De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te
maken
– en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toe-
passingen, met ander inzetgereedschap of bij
onvoldoende onderhoud. Neem de vrijloop- en
stilstandtijden van de machine in acht!
5
Machine-elementen
[1-1]
Transportbeveiliging
[1-2]
Spilvergrendeling
[1-3]
Stelknop voor toerental
[1-4]
IN-/UIT-schakelaar
[1-5]
Ontgrendelingshendel voor zaagaggre-
gaat
[1-6]
Handgreep
[1-7]
Pendelbeschermkap
[1-8]
Zaagtafel
[1-9]
Tafelinzetstuk
6
Instellingen
Trek voor alle werkzaamheden aan de
machine de stekker uit het stopcontact.
6.1
Transport
De machine nooit aan de bewegende
pendelbeschermkap optillen of dragen
[1-7].
Vergrendel voor het transport het zaagaggregaat
met de transportbeveiliging [1-1] in de neergela-
ten stand en bij een gesloten pendelbeschermkap
[1-7].
Til en draag de machine aan de handgreep [1-6]
of aan de zaagtafel [1-8].
6.2
Opstellen van de machine
Stel de machine op een effen vloer op of bevestig
de machine met schroefklemmen (afbeelding 1)
op een effen en stabiele ondergrond (b.v. werk-
bank). De machine mag zich tijdens het werken
niet bewegen.
6.3
Gereedschapswissel
Gevaar voor ongevallen
• Druk alleen op de spilvergrendeling als het
zaagblad stilstaat.
• Het zaagblad wordt bij het werken heel heet,
neem het niet vast voor het afgekoeld is.
• Draag, wegens het verwondingsgevaar aan de
scherpe snijkanten, veiligheidshandschoenen
bij het wisselen van gereedschap.
– Druk op de spilvergrendeling [2-1].
– Draai de schroef [2-3] met de bijgeleverde zes-
kantsleutel (linkse schroefdraad!) los.
– Verwijder de spanfl ens [2-4].
– Draai de pendelbeschermkap [2-6] volledig
terug.
– Neem het zaagblad af.
– Reinig alle delen voor u ze inbouwt (zaagblad,
fl ens, schroef).
– Plaats het zaagblad op de werktuigspil.
Zorg ervoor dat de draairichtingen van
het zaagblad [2-5] en de machine [2-2]
overeenkomen.
– Plaats de spanfl ens [2-4] vormgesloten (op
positie letten!) op de gereedschapsspil.
– Draai de schroef [2-3] stevig aan; aanhaalmo-
ment ca. 20 Nm.
– Controleer voor het inschakelen of het zaagblad
vrij gedraaid kan worden.
6.4
Afzuiging
Tijdens het werken kunnen schadelijke/
giftige stoffen ontstaan (bijv. bij loodhou-
dende verf, enkele houtsoorten en me-
taal). Voor degene die de machine bedient
of voor personen die zich in de buurt van
de machine bevinden kan het aanraken of
inademen van deze stoffen gevaarlijk zijn.
• Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die in
uw land van toepassing zijn.
• Sluit het gereedschap aan op een geschikte
afzuiginstallatie.
• Draag ter bescherming van uw gezondheid een
P2-mondmasker.
Bevestig voor het eerste gebruik van de machine
de bijgeleverde spaanvanger [8-1], door hem op
de houder [8-2] te schuiven.
Sluit op de afzuigaansluiting [6-3] een
Festool-afzuigapparaat met een afzuig-
slangdiameter van 36 mm of 27 mm aan
(36 mm wegens het geringere verstop-
pingsgevaar aanbevolen).
6.5
Aanslaglinialen instellen
– Open de draaiknoppen [3-1].
– Schuif de aanslaglinialen [3-3] zo dicht mogelijk
tegen het zaagblad, zonder het echter aan te
raken.
– Sluit de draaiknoppen opnieuw.
35