Bougie (Afb. 3-3)
De toestand van de bougie wordt negatief
beïnvloed door:
een verkeerde afstelling van de carburateur
een verkeerde mengsmering (teveel olie in de
benzine)
een vervuild luchtfilter
zware werkomstandigheden (bijv. koude).
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de
elektroden van de bougies, wat tot storingen en
startproblemen leidt. Als het de motor aan
kracht ontbreekt, hij startproblemen vertoont of
niet rond stationair loopt, controleer dan eerst
de bougie. Is de bougie vuil, maak hem dan
schoon en controleer de afstand tussen de
elektrodes. Corrigeer indien nodig. De juiste
afstand is 0,6 mm. Na ongeveer 100
bedrijfsuren, of ook al eerder als de elektroden
weggevreten zijn, dient de bougie te worden
vervangen.
TIP!
In sommige gebieden wordt een 'resistor'
bougie voorgeschreven om de machine te
ontstoren tegen ontstekingssignalen. Als deze
machine standaard met een ontstoorde bougie
was uitgerust dient u hem met hetzelfde type te
vervangen.
Geluiddemper (Fig. 3-4)
Om de 100 werkuren moet u de geluiddemper
verwijderen en de uitlaat of de inlaat vrij maken
van koolstof.
Cylinder (motorkoeling) (Fig. 3-4B)
De motor is lucht gekoeld en de lucht moet vrij
om de motor en de koelribben van de cilinder
circuleren om oververhitting te voorkomen.
Na 100 bedrijfsuren of eens per jaar (of vaker
indien nodig) dienen de koelribben en andere
motoroppervlakken van stof, vuil en oliesmeer
te worden bevrijd om de koeling
ATTENTIE!
Zet de motor nooit in werking als de omhulling
van de motor of van de geluiddemper
verwijderd is, omdat de motor daardoor
oververhit kan raken en beschadigd wordt.
Fig.3-3
1
Fig.3-5
Hoekoverbrenging (Fig. 3-5)
Controleer om de 50 werkuren of de hoekover-
brenging of de hoekkoppeling genoeg ingevet
zijn door de dop van de vetfilter aan de zijkant
van de hoekoverbrenging te verwijderen.
Als er geen vet aan de flanken van de tandwie-
len te zien is, vul de overbrenging dan voor 3/4
met universeel vet op basis van kwaliteits-lithi-
um. Vul de overbrenging nooit helemaal.
Mesblad (Ffig. 3-6)
WAARSCHUWING!
Draag beschermende handschoenen als u
het mesblad aanraakt of onderhoudt.
Gebruik een scherp mesblad. Een bot mes
gaat eerder vast of klem zitten. Verwijder de
bevestigingsmoer als deze beschadigd is en
moeilijk vastgedraaid kan worden.
Als u een mesblad vervangt, neem dan een
door HITACHI aanbevolen mes, met een pas
gat van 25.4 mm (één inch).
Als u een zaagblad (2) monteert, richt dan
altijd de gekartelde kant naar boven. Als u
een mes met 3 of 4 tanden (1,3) monteert,
kan dit aan elke kant gebruikt worden.
Gebruik het passende mes voor elk soort
werk.
Als u messen vervangt, gebruik dan het juiste
gereedschap.
Als snijranden bot worden, slijp of vijl ze dan
zoals afgebeeld. Niet correct geslepen randen
kunnen hevige vibraties veroorzaken.
Gooi mesbladen weg die verbogen, gebar
sten, gebroken of anderszins beschadigd zijn.
ATTENTIE!
Bij het slijpen van een mesblad moet de origi-
nele vorm van de radius aan de basis van de
tand behouden worden om barsten te voorko-
men.
Onderhoudsschema
Hier vindt u nog enkele algemene
onderhoudsinstructies. Neem voor verdere
informatie a.u.b. contact met uw HITACHI
dealer.
Fig.3-4
2
3
Dagelijks onderhoud
• Maak de buitenkant van de heggentrimmer
schoon.
• Controleer of de draaggordel beschadigd is.
• Controleer de mesbescherming op
beschadiging of scheuren. Vervang de
bescherming als deze beschadigd is of
scheuren vertoont. Controleer of het
snoeimes scherp is en geen scheuren
vertoont.
• Controleer of het snijgereedschap correct
gecentreerd en scherp is en geen barsten
vertoont. Niet correct gecentreerd
snijgereedschap veroorzaakt hevige vibraties
die het apparaat kunnen beschadigen.
• Controleer of de moer van het
snijgereedschap goed vastgedraaid is.
• Ga na of de snoeimes-transportbescherming
onbeschadigd is en veilig bevestigd kan
worden.
• Controleer of alle schroeven en moeren goed
vastgedraaid zijn.
Wekelijks onderhoud
•
Controleer de starhendel, het koord en de
terugspringveer.
•
Maak de bougie van buiten schoon.
•
Verwijder de bougie en controleer de afstand
tussen de elektrodes. Corrigeer op 0,6 mm of
vervang de bougie.
•
Reinig de koelribben van de cilinder en
controleer of de luchtinlaat bij de starthendel
niet verstopt is.
•
Controleer of het hoektandwiel voor 3/4 met
vet gevuld is.
•
Luchtfilter reinigen
Maandelijks onderhoud
•
Spoel de brandstoftank met benzine en reinig
het brandstoffilter.
•
Reinig de carburateur en de omgeving ervan.
•
Reinig de ventilator en de omgeving ervan.
Fig.3-4B
N
L
Fig.3-6
NL-13