5.
Plaats de batterijen in de tweede zender zodra de registraties van de buitentemperatuur van de
eerste zender op het temperatuurstation kunnen worden afgelezen.
Let op: Plaats binnen 45 seconden na ontvangst van de eerste zender de batterijen in de tweede
zender.
6.
De buitentemperatuur van de tweede zender en het pictogram "kanaal 2" dienen nu door het
temperatuurstation te worden weergegeven. Als dit na 2 minuten niet het geval is dienen de batterijen
uit alle toestellen te worden gehaald en herstart te worden vanaf stap 1.
Plaats de batterijen in de derde zender zodra het pictogram "kanaal 2" en de buitendata door het
7.
temperatuurstation worden weergegeven. Vervolgens worden binnen 2 minuten de kanaal 3-
buitengegevens van de derde zender weergegeven; zodra het gelukt is de derde zender te
ontvangen springt het pictogram weer op "1". Gebeurt dit niet dan dient herstart te worden vanaf stap
1.
Let op: Plaats binnen 45 seconden na weergave op het temperatuurstation van de informatie van de
eerste zender de batterijen in de derde zender. Ofwel meteen na ontvangst van de tweede zender.
8.
In verband met de goede ontvangst van het 868 MHz-zendsignaal dient de uiteindelijke afstand
tussen het temperatuurstation en de zenders onder goede omstandigheden nooit meer te zijn dan
100 meter (zie opmerkingen onder "Positioneren" en "868 MHz-ontvangst").
BELANGRIJK:
Als de hierboven beschreven instructies voor het instellen van extra sensors niet correct worden uitgevoerd
kunnen zendproblemen optreden. Bij zendproblemen dienen de batterijen uit alle toestellen te worden
verwijderd en herstart te worden vanaf stap 1.
54