Zet de schakelhendel aandrijving (1)
afhankelijk van de gewenste aandrijving
naar links of naar rechts.
Aandrijvingsinstellingen:
Symbool
Aandrijving
0
Stationairloop
1
Langzame voor-
waartse
aandrijving
2
Snelle voor-
waartse
aandrijving
R
Achterwaartse
aandrijving
Opgelet!
Voer alleen aandrijvingsinstellingen
door wanneer de transmissie tot
stilstand is gekomen en de
wielaandrijvingshendel niet wordt
bediend. (
8.4)
0478 404 9602 A - NL
Schakelhendel aandrijving is in de stand 0
gezet:
Deze instelling wordt gekozen bij het
starten van de verbrandingsmotor of bij het
stilstaan van de motorhak met draaiende
verbrandingsmotor.
Schakelhendel aandrijving is in de stand 1
gezet:
Deze instelling wordt gekozen voor een
langzame voorwaartse aandrijving.
Schakelhendel aandrijving is in de stand 2
gezet:
Deze instelling wordt gekozen voor een
snelle voorwaartse aandrijving.
Schakelhendel aandrijving is in de stand R
gezet:
Deze instelling wordt gekozen voor de
achterwaartse aandrijving.
Til voor het instellen van de
achterwaartse aandrijving de
schakelhendel aandrijving iets op
en druk deze naar links.
8.4 Hendel wielaandrijving
Door het bedienen van de
wielaandrijvingshendel wordt bij draaiende
verbrandingsmotor de aandrijving aan- of
afgekoppeld – de aandrijfas begint te
draaien of wordt gestopt.
137