Eerste inbedrijfstelling
Het apparaat moet eerst worden opgeladen, zoals in het hoofdstuk Laadproces wordt
beschreven.
Gebruik (afbeelding E)
1. Gebruik de aan/uit-schakelaar om het apparaat in- of uit te schakelen.
2. Het aanpassen van de kniplengte vindt plaats via de kniplengte-instelling,
afhankelijk van de gewenste kniplengte.
3. Door gebruik van de opzetkam (optioneel accessoire) wordt een kniplengte
vastgelegd
Reiniging en onderhoud
Om probleemloos functioneren te garanderen moet de messenkop regelmatig
worden gereinigd en op de betreffende plaatsen worden geolied.
Als de messenkop niet regelmatig wordt gereinigd en geolied, leidt dit tot slijtage aan
de messenkop en de motor.
Reinigen van de messenkop (afbeelding F)
Bij regelmatig gebruik moet de messenkop eenmaal per dag grondig worden gereinigd.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder bij de messenkop met de reinigingsborstel voorzichtig de haren.
3. Geadviseerd wordt om regelmatig de messenkop eraf te halen om haarresten aan
de binnenkant te kunnen verwijderen.
a. Druk hiervoor vanaf de bovenkant tegen de messenkop en haal deze van de
tondeuse af.
b. Druk het bovenste en onderste mes iets uit elkaar en verwijder met de
reinigingsborstel ook vanaf alle kanten de haren tussen de snijplaten.
c. Verwijder eventuele haarresten uit het binnenste deel.
4. Voor het opzetten van de messenkop deze eerst onderin plaatsen en via licht
aandrukken weer laten inklikken.
Oliën van de messenkop (afbeelding G).
De messenkop moet aan de tandingen en aan de contactoppervlakken regelmatig
worden geolied, bij voorkeur dagelijks. Gebruik hiervoor uitsluitend de originele olie.
Vóór het oliën de messenkop reinigen.
1. Olie de tandingen.
2. Olie vervolgens de achterste contactoppervlakken.
De te gebruiken olie kunt u bij de klantenservice bestellen.
Reiniging van het apparaat
Veeg het apparaat van tijd tot tijd met een vochtige doek af en wrijf het vervolgens
schoon.
NL
51