NL
AANSLUITING VAN DE ACCU
Nadat u PARK hebt bevestigd dient u de accu aan te sluiten zoals dat is aangegeven op afbeelding 5.
STROOMTOEVOER EN BEDIENING VIA KABEL
Op de ingang van het zonnepaneel kan een vaste voeding (15Vdc) of een accu-oplader van 13,8V worden aangesloten: op
deze manier zal de stroomtoevoer van PARK niet afhankelijk zijn van het zonnepaneel.
De besturingseenheid PARK heeft 2 draadingangen, een om de boog naar omhoog te laten gaan en de ander voor naar
omlaag. De functies van deze ingangen kunnen via de jumper JP1 worden gewijzigd.
A – Jumper JP1 open
Ingang IN.1 = Omhoog: met een impuls gaat de boog naar omhoog
Ingang IN.2 = Omlaag: met een impuls gaat de boog naar omlaag
A – Jumper JP1 dicht
Ingang IN.1 = stap-voor-stap: één impuls voor omhoog, één impuls voor omlaag en.
Ingang IN.2 = timer: Bij open contact werkt PARK normaal, bij gesloten contact gaat de boog van PARK naar omlaag en wordt
elke andere instructie belemmerd.
Wanneer het contact van ingang IN.2 weer open gaat, gaat de boog naar omhoog.
PROGRAMMERING - WERKING
N.B.: het programmeren van de boog vindt plaats in de fabriek en er zijn geen bijstellingen nodig.
Gebruik deze procedure alleen indien dat strikt noodzakelijk is.
posities "boog hoog" en "boog laag".
Wijziging positie "boog hoog" (afb. 7)
- Zet de boog met behulp van de bijgeleverde radiobediening in de "hoge" positie.
- Sluit de brug JP3, LD1 gaat aan.
- Druk op F1 om de openingshoek te vergroten of op F2 om de openingshoek te verkleinen.
- Nadat de hoek gedefinieerd is, JP3 verwijderen om de positie in het geheugen op te slaan en de programmeermodus af te
sluiten.
Wijziging positie "boog laag" (afb. 8)
- Zet de boog met behulp van de bijgeleverde radiobediening in de "lage" positie.
- Sluit de brug JP3.
- Druk op F1 om de boog hoger te plaatsen of op F2 om hem lager te plaatsen.
- Nadat de hoek gedefinieerd is, JP3 verwijderen om de positie in het geheugen op te slaan en de programmeermodus af te
sluiten.
NB: tijdens deze fase mag de boog geen obstakels op zijn weg vinden.
GEHEUGENOPSLAG AFSTANDSBEDIENING (afb.9)
De bijgeleverde radiobediening is al in het geheugen opgeslagen, om andere radiobedieningen toe te voegen gaat u als volgt
te werk.
Druk eventjes op de knop "MEM/F2" op de besturingseenheid het ledlampje van LD1 (onderdeel 15 van afb. 1) zal nu een
aantal knipperingen afgeven. Druk tijdens de knipperingen op de knop van de afstandsbediening die u in het geheugen wilt
opslaan: Een langdurigere knippering van de led zal aangeven dat de afstandsbediening correct in het geheugen is
opgeslagen.
Na afloop van deze handeling kunt u andere afstandsbedieningen in het geheugen opslaan; wacht anders tot de led niet meer
knippert om de herkenningsprocedure te verlaten.
28
De volgende procedures dienen voor het wijzigen van de