NL
6.1.3 Stuurspanning om in te schakelen
De uitgangsversterker van de auto-installatie wordt
B
door +12 V voedingsspanning op de aansluiting
REM (16) in- en uitgeschakeld. Verbind de aansluit-
ing REM met de 12 V-schakeluitgang van de auto-
radio (aansluiting voor een motorantenne, eventueel
met de motorantenne parallel schakelen).
6.2 Lijningangen en -uitgangen
1) Verbind de beide ingangsjacks LINE IN (3) via
cinch-kabels met de lijnuitgangen van de signaal-
bron (b.v. autoradio) of met de uitgangen voor
een subwooferversterker, indien beschikbaar. Als
de autoradio niet over lijnuitgangen beschikt,
kunnen de luidsprekeruitgangen van de autora-
dio via een audiotransmissie-eenheid (b.v. FGA-
22HQ van CARPOWER) worden verbonden met
de ingangen van de uitgangsversterker.
2) De lijningang van de uitgangsversterker voor de
hoofdluidsprekers kan via een cinch-kabel op de
jacks LINE OUT (4) worden aangesloten. Op
deze jacks kan het ingangssignaal van de jacks
LINE IN (3) worden afgenomen.
6.3 Luidsprekers
Belangrijk! Houd bij de keuze van geschikte luid-
sprekers in elk geval rekening met hun mechani-
sche en elektrische lastvermogen in combinatie
met het geselecteerde vermogen van de uitgangs-
versterker (zie ook technische gegevens van de
uitgangsversterker pagina 15).
6.3.1 Normale werking (figuur 3)
Sluit de subwoofer (impedantie min. 1 Ω) of een sub-
woofergroep met een totale impedantie van ten min-
ste 1 Ω aan op de contacten (13). De beide contact-
paren "+" en "-" zijn parallel geschakeld, zodat u
eventueel ook twee subwoofers met een impedantie
van elk 2 Ω kunt aansluiten.
6.2 Entradas y salidas de línea
E
1) Conecte los dos jacks de entrada LINE IN (3)
mediante cables con conectores RCA a las sali-
das de línea de la fuente de señal (p. ej. radio de
coche) o, si está disponible, a las salidas para un
amplificador subwoofer. Si la radio de coche no
está equipada con salidas de línea, las salidas
de altavoz de la radio de coche se pueden
conectar mediante un transformador audio co-
rrespondiente (p. ej. FGA-22HQ de CARPOWER)
a las entradas del amplificador de potencia.
2) La entrada de línea del amplificador de potencia
para los altavoces principales se puede conectar
mediante un cable con conectores phono a los
jacks LINE OUT (4). La señal de entrada de los
jacks LINE IN (3) está disponible en estos jacks.
6.3 Altavoces
¡Importante! Cuando elija los altavoces adecua-
dos, preste atención a su capacidad mecánica y
eléctrica en conexión con la potencia usada del
amplificador de potencia (vea también las carac-
terísticas técnicas del amplificador de potencia en
la página 15).
6.3.1 Funcionamiento normal (imagen 3)
Conecte el subwoofer (impedancia mínima 1 Ω) o
un grupo de subwoofers con una impedancia total
de 1 Ω como mínimo a los contactos (13). Los dos
pares de contactos "+" y "-" se conectan en paralelo
de manera que también se pueden conectar dos
subwoofers con una impedancia de 2 Ω cada uno, si
es necesario.
6.3.2 Funcionamiento punteado
(funcionamiento principal/secundario)
Con un segundo amplificador de potencia SYNTEX-
1000D es posible aumentar la potencia de salida en
funcionamiento punteado a más de 2 kW en un sub-
woofer de 2 Ω. La impedancia del subwoofer en fun-
14
6.3.2 Brugwerking (Master/Slave-werking)
Met een tweede uitgangsversterker SYNTEX-
1000D kunt u het uitgangsvermogen in brugwerking
tot meer dan 2 kW verhogen op een subwoofer van
2 Ω. De impedantie van de subwoofer mag niet lager
liggen dan 2 Ω in de brugwerking. De bedrading
voor de brugwerking wordt afgebeeld in figuur 4. De
verbindingen die afwijken van de verbindingen in
normale werking, zijn dikker getekend.
1) Verbind de jack LINK OUT (5) van de eerste uit-
gangsversterker (Master) via een cinchkabel met
de jack LINK IN (5) van de tweede uitgangsver-
sterker (Slave).
2) Verbind de negatieve luidsprekeraansluitingen
(13) van de beide uitgangsverstekers met een
luidsprekerkabel.
3) Sluit de positieve pool van de subwoofer aan op
de luidsprekeraansluiting "+" van de eerste uit-
gangsversterker en de negatieve pool van de
subwoofer op de luidsprekeraansluiting "+" van
de tweede uitgangsversterker.
4) Plaats op de eerste uitgangsversterker de scha-
kelaar CONFIG (11) in de stand MASTER en de
schakelaar PHASE (12) in de stand 0°.
5) Plaats op de tweede uitgangsversterker de scha-
kelaar CONFIG in de stand SLAVE en de scha-
kelaar PHASE in de stand 180°.
6) Alle overige instellingen bij de ingebruikneming
(hoofdstuk 7) voert u uit alleen op de eerste uit-
gangsversterker door. De regelaar van de
tweede uitgangsversterker zijn zonder functie.
6.4 Afstandsbediening
Met de afstandsbediening (20) kunt u het geluidsvo-
lume van de lage tonen naargelang het muziekma-
teriaal op een verschillend geluidsniveau instellen.
Monteer de afstandsbediening binnen handbereik
van de chauffeur en verbind ze via de bijgeleverde
verbindingskabel met de jack LEVEL REMOTE (2)
van de uitgangsversterker. Plaats de schakelaar
LEVEL REMOTE (1) in de stand ON.
cionamiento punteado no debe caer por debajo de
los 2 Ω. El cableado para el funcionamiento pun-
teado aparece en la imagen 4. Las conexiones que
se desvían desde aquellas en funcionamiento nor-
mal están marcadas con una línea más gruesa.
1) Conecte el jack LINK OUT (5) del primer amplifi-
cador de potencia (master) al jack LINK IN (5) del
segundo amplificador de potencia (slave) me-
diante un cable con conectores RCA.
2) Conecte las conexiones de polo negativo (13) de
los altavoces de dos amplificadores de potencia
con un cable de altavoz.
3) Conecte el polo positivo del subwoofer a la cone-
xión de altavoz "+" del primer amplificador de
potencia y el polo negativo del subwoofer a la
conexión de altavoz "+" del segundo amplificador
de potencia.
4) Primer amplificador de potencia: Ajuste el inter-
ruptor CONFIG (11) en la posición MASTER y el
interruptor PHASE (12) en la posición 0°.
5) Segundo amplificador de potencia: Ajuste el
interruptor CONFIG en la posición SLAVE y el
interruptor PHASE en la posición 180°.
6) Cuando haga la puesta en marcha (capítulo 7),
haga todos los demás ajustes sólo en el primer
amplificador de potencia. Los controles del se-
gundo amplificador de potencia no tienen función.
6.4 Control remoto
El control remoto (20) permite ajustar el volumen de
las frecuencias bajas de manera diferente, depen-
diendo del material musical. Monte el control remoto
dentro del alcance del conductor y conéctelo me-
diante el cable entregado al jack LEVEL REMOTE
(2) del amplificador de potencia. Ajuste el interruptor
LEVEL REMOTE (1) en posición ON.
7 Ingebruikneming
!
Controleer de volledige bedrading van de
eindversterker van de auto-installatie nog
een keer op correcte aansluiting, alvorens
het toestel de eerste keer in te schakelen.
Sluit pas daarna de negatieve klem van de
autobatterij opnieuw aan.
1) Stel de scheidingsfrequentie (dit is de frequentie
die door de subwoofer niet meer mag worden
weergegeven) in met regelaar LP (8). De fijnin-
stelling gebeurt na de niveauregeling met aange-
paste meetapparatuur.
2) Stel met de regelaar SUBSONIC (7) de onderste
weergavefrequentie van de subwoofer in. De
subwoofer wordt zo door het subsonisch filter
beschermd tegen zeer lage frequenties.
3) Draai de regelaar LEVEL (6) helemaal naar links
in de stand 7 V.
Als de afstandsbediening (20) is aangesloten,
draait u de regelaar volledig naar rechts in de
stand MAX en plaatst u de regelaar LEVEL
REMOTE (1) op de uitgangsversterker in de
stand ON. Als de afstandsbediening niet is aan-
gesloten, plaatst u de schakelaar LEVEL
REMOTE in de stand OFF, anders wordt de uit-
gangsversterker gedempt.
4) Als de uitgangsversterker niet in brugwerking
wordt gebruikt, plaatst u de schakelaar CONFIG
(11) in de stand MASTER. Als hij met een andere
uitgangsversterker in brugwerking wordt ge-
bruikt, kijk dan op figuur 4 voor het instellen van
de schakelaar CONFIG.
5) Schakel de auto-installatie volledig in. Gedu-
rende enkele seconden wordt de uitgangsver-
sterker gedempt (inschakelvertraging), en de
rode LED PROTECT (15) licht op. Daarna gaat
ze uit, de blauwe POWER-LED (14) licht op en
de beide zijdelen van de uitgangsversterker wor-
den blauw verlicht.
7 Puesta en marcha
!
Antes del primer encendido, se recomienda
comprobar el cableado entero del amplifica-
dor de potencia HiFi para coche una vez más
para mayor exactitud antes de reconectar el
terminal negativo de la batería de coche.
1) Ajuste la frecuencia crossover (es decir la fre-
cuencia que no debe reproducirse nunca más
mediante el subwoofer) con el control LP (8). El
ajuste correcto se hace con los medidores co-
rrespondientes tras el ajuste de nivel.
2) Con el control SUBSONIC (7) ajuste la frecuen-
cia de radiación más baja del subwoofer. De este
modo, el subwoofer está protegido por el filtro
subsónico contra frecuencias muy bajas.
3) Gire el control LEVEL (6) hacia el tope izquierdo
en la posición 7 V.
Si el control remoto (20) ha sido conectado,
gire su control hacia el tope derecho en la posición
MAX y gire el interruptor LEVEL REMOTE (1) en
el amplificador de potencia en posición ON. Si el
control remoto no está conectado, ajuste el inter-
ruptor LEVEL REMOTE en la posición OFF, de
otro modo se silencia el amplificador de potencia.
4) Cuando el amplificador de potencia no funciona
en funcionamiento punteado, ajuste el interruptor
CONFIG (11) en la posición MASTER. Si funciona
con un segundo amplificador de potencia en fun-
cionamiento punteado, preste atención a la ima-
gen 4 cuando ajuste los interruptores CONFIG.
5) Encienda el sistema HiFi para coche completa-
mente. El amplificador de potencia se silencia
durante algunos segundos (retraso de encen-
dido) y el LED PROTECT rojo (15) se ilumina. A
continuación se apagará, el LED POWER azul
(14) se iluminará, y las dos partes laterales del
amplificador de potencia se iluminarán en azul.
6) Ajuste la fuente de señal, p. ej. la radio del coche,
al máximo, sin distorsión de volumen.