Brugwerking; 3-Kanaals Werking; Ingebruikneming; Filter Selecteren En Scheidingsfrequenties Instellen - Monacor HPB-604 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para HPB-604:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 19

6.4.3 Brugwerking

Let bij aansluiting op het opschrift "BRIDGE",
zie ook figuur 5 .
CH 1 L+ positieve pool linker luidspreker
CH 1 L− blijft vrij
CH 2 R+ blijft vrij
CH 2 R− negatieve pool linker luidspreker
CH 3 L+ positieve pool rechter luidspreker
CH 3 L− blijft vrij
CH 4 L+ blijft vrij
CH 4 L− negatieve pool rechter luidspreker

6.4.4 3-kanaals werking

Zie ook figuur 6 .
CH 1 L+ positieve pool linker luidspreker
CH 1 L− negatieve pool linker luidspreker
CH 2 R+ positieve pool rechter luidspreker
CH 2 R− negatieve pool rechter luidspreker
CH 3 L+ positieve pool subwoofer
CH 3 L− blijft vrij
CH 4 L+ blijft vrij
CH 4 L− negatieve pool subwoofer

7 Ingebruikneming

Belangrijk! Voorafgaand aan de eerste
keer inschakelen, selecteert u de filters met
de schakelaars CROSSOVER (7) en stelt u
de scheidingsfrequentie grof in (hoofdstuk
7 .1), zodat de luidsprekers niet door een
eventueel te groot frequentiebereik worden
overbelast . Controleer ook de volledige be-
drading van de uitgangsversterker nog een
keer op correcte aansluiting . Sluit pas daarna
de negatieve klem van de autobatterij op-
nieuw aan .
7.1 Filter selecteren en
scheidingsfrequenties instellen
Naargelang de aangesloten luidsprekertypes
selecteert u de filters met de schakelaars
CROSSOVER (7) . Met de bovenste schakelaar
en de bovenste regelaars worden de kanalen
1 en 2 ingesteld, met de onderste schakelaar
en onderste regelaars de kanalen 3 en 4 .
Schuif voor full range-luidsprekers de scha-
kelaar helemaal naar links in de stand FULL .
De bijbehorende kanalen geven het volledige
frequentiebereik weer .
Voor basluidsprekers of een subwoofer
schuift u de schakelaar in de stand LP . In de
bijbehorende kanalen is het laagdoorlaatfilter
ingeschakeld: de middelste en hoge frequen-
ties worden onderdrukt . Stel de scheidingsfre-
quentie eerst grof in met de regelaar LP (6) .*
Voor midden- en hogetoonluidsprekers
plaatst u de schakelaar in de stand HP . In de
bijbehorende kanalen is het hoogdoorlaatfil-
ter ingeschakeld: de lage frequenties worden
hierdoor onderdrukt . Stel de scheidingsfre-
quentie eerst grof in met de regelaar HP (5) .*
* Als uitgangspunt neemt u het frequentiebereik van
de gebruikte luidsprekers . De fijninstelling gebeurt
na de niveauregeling met aangepaste meetappa-
ratuur .
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet beschermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
18
7.2 Niveau en basversterking
instellen
Tip Om interfererende stralingen van het
elektrische circuit van de auto zoveel moge-
lijk te beperken, moet het uitgangsniveau
van de signaalbron minimum 1,5 V bedra-
gen .
1) Draai de beide regelaars LEVEL (3) helemaal
naar links in de stand MIN .
2) Schakel de auto-installatie volledig in . De
groene POWER-LED (14) licht op . De uit-
gangsversterker blijft evenwel nog gedu-
rende ca . 3 seconden gedempt (inschakel-
vertraging) .
3) Stel de signaalbron, bv . de autoradio, in op
maximaal, niet vervormend geluidsvolume .
4) Draai de regelaars LEVEL zo ver mogelijk
open, zonder dat er vervormingen optre-
den . (Met de bovenste regelaars worden de
kanalen 1 en 2 ingesteld, met de onderste
regelaars de kanalen 3 en 4 .)
Bij de 4-kanaals werking kunt u met de
regelaars ook de balans tussen de voorste
en achterste luidsprekers instellen, indien
de autoradio niet met de nodige regelaars
is uitgerust .
Stel bij de actieve 2-kanaals werking
en bij de 3-kanaals werking met de rege-
laars een natuurlijke klank in: Indien lage
tonen te stil zijn, vermindert u het niveau
van de kanalen voor de midden- en hoge-
toonluidsprekers . Bij een te krachtige bas
vermindert u het geluidsvolume van de
baskanalen resp . het subwooferkanaal .
5) Indien nodig kunt u de lage tonen verster-
ken met de overeenkomstige regelaars
BASS EQ (4) (max . 12 dB / 50 Hz) .
6) Als u in de auto-installatie extra uitgangs-
versterkers gebruikt, vermindert u het
niveau van elk van de te luide kanalen ten-
einde het geluidsvolume van alle kanalen
onderling aan te passen .

8 Foutenopsporing

Indien u na het inschakelen van de auto-
installatie geen geluid hoort, moet u het de-
fect met behulp van beide LED's POWER (14)
en PROT . (15) nader lokaliseren .
De LED POWER licht niet op
1) Controleer de zekeringen (13) van de uit-
gangsversterker van de auto-installatie
(2 × 25 A) en de voorzekering (50 A) aan
de autobatterij . Vervang defecte zekerin-
gen . Gebruik uitsluitend zekeringen met de
vermelde waarden . Gebruik in geen geval
zekeringen met een hogere waarde . De
uitgangsversterker kan immers beschadigd
worden, en de garantie vervalt .
2) Controleer of de 12 V-voedingskabel en
de aardleiding correct zijn aangesloten of
onderbroken .
3) Controleer aan de klem REM (11) van de
uitgangsversterker of er +12 V aanwezig
is . Als dit niet het geval is, verwijdert u
de leiding aan de klem REM en overbrugt
u tijdelijk de klemmen REM en "+12V"
(12) . Indien de uitgangsversterker van de
auto-installatie nu inschakelt, ontstaat
de fout door de afwezige stuurspanning .
Controleer de 12 V-schakeluitgang van de
autoradio en de overeenkomstige verbin-
dingskabel naar de uitgangsversterker .
De LED POWER licht op
1) Staat de schakelaar CHANNEL (8) in de cor-
recte stand? Zie hoofdstuk . 6 .2 .1 tot 6 .2 .4 .
2) Controleer de cinch-kabels van de sig-
naalbron naar de eindversterker van de
auto-installatie . Zijn de stekkers correct
ingeplugd? Zijn de leidingen onderbroken?
3) Controleer de signaalbron . Is de signaal-
bron ingeschakeld? Zijn de juiste uitgangen
gebruikt? Is de signaalbron defect?
4) Controleer of de luidsprekerkabels niet
onderbroken zijn .
5) Controleer de aangesloten luidsprekers .
De LED PROT. licht op
De uitgangsversterker is met een beveiligings-
circuit beveiligd tegen kortsluiting van de luid-
sprekeruitgangen en tegen oververhitting . Als
het beveiligingscircuit geactiveerd is, licht de
LED PROT . op (15) . Bij oververhitting scha-
kelt de uitgangsversterker na het afkoelen
automatisch weer in . Bij een kortsluiting op
de luidsprekeruitgangen moet u de stuur-
spanning van 12 V na de foutenopsporing
even uitschakelen om het beveiligingscircuit
te resetten (bv . autoradio uitschakelen) .

9 Technische gegevens

Uitgangsvermogen
Totaal vermogen (P
4-kanaals werking op 2 Ω: �4 × 100 W RMS
4-kanaals werking op 4 Ω: �4 × 75 W RMS
Brugwerking op 4 Ω: � � � � � �2 × 200 W RMS
Frequentiebereik: � � � � � � � � � �20 – 20 000 Hz
Min� luidsprekerimpedantie
4-kanaals werking: � � � � � � �2 Ω
Brugwerking: � � � � � � � � � � �4 Ω
Ingangen: � � � � � � � � � � � � � � �4 × Cinch
Gevoeligheid: � � � � � � � � � � �0,4 – 4 V
Impedantie:� � � � � � � � � � � � �20 kΩ
Kanaalscheiding: � � � � � � � � � �> 45 dB
Signaal / Ruis-verhouding: � � � �> 93 dB (gemeten)
THD: � � � � � � � � � � � � � � � � � � �< 0,2 %
Laagdoorlaatfilters: � � � � � � � �40 – 300 Hz,
Hoogdoorlaatfilters: � � � � � � � �40 – 500 Hz,
Basversterking: � � � � � � � � � � �0 – 12 dB / 50 Hz
Voedingsspanning:� � � � � � � � �10 – 16 V (⎓) / 50 A
Omgevingstemperatuur: � � � � �0 – 40 °C
Afmetingen (B × H × D): � � � �252 × 62 × 400 mm
Gewicht: � � � � � � � � � � � � � � � �3,2 kg
Wijzigingen voorbehouden .
®
INTERNATIONAL
): � � �700 W
max
6 dB / okt�
6 dB / okt�
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

14.2490

Tabla de contenido