Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 30
De verbindingskabels (vermogenskabels, hulpkabeltje en
gasleiding) moeten aangesloten worden op de daarvoor be-
stemde aansluitpunten en connectors, aan de hand van het
schema dat getoond wordt in afbeelding B1.
Ook de afgifteleidingen (blauw) en de terugkeerleidingen
(rood) van het water voor de koeling van de brander van de
lasinstallatie maken deel uit van de verbindingskabels, en
moeten als volgt aangesloten worden:
• Verbindingskabel kant generator: sluit de leidingen aan op
de respectievelijke snelkoppelingen (blauw en rood) op de
achterkant van de koelinstallatie.
• Verbindingskabel aan trekzijde: de rode en blauwe slangen
aan de betreffende wanddoorvoeren op het achterpaneel
van de trekinrichting aansluiten.
2) Sluit de aardekabel aan op de snelkoppeling met het sym-
bool - (negatief) en sluit vervolgens de bijbehorende aardklem
aan op het te lassen werkstuk of op de werkstukkentafel in de
roest-, lak-, en vetvrije zone. Het gebruik van bijzonder lange
aardekabels en verlengsnoeren veroorzaakt spanningsvallen
en enkele problemen die te wijten zijn aan de grotere weer-
stand en inductantie van de kabels, waardoor lasdefecten kun-
nen ontstaan. Neem onderstaande voorschriften in acht om
deze ongemakken te voorkomen:
• Gebruik aardkabels en verlengkabels met een adequate
sectie.
• Leg de kabels zo veel mogelijk uit en voorkom wikkelingen
van de kabel.
2B - Aansluitkabels - Lassen met POOK NEGATIEVE
POOL (Fig. B2)
1) De koppelingskabel generator - aanzuigsysteem aansluiten
door bijkomend gebruik te maken van het verlengsnoer om
de polariteit om te keren (optioneel).
LET OP: Sluit de draadaanvoerder alleen af wanneer de ma-
chine uitgeschakeld is.
De verbindingskabels (vermogenskabels, hulpkabeltje en
gasleiding) moeten aangesloten worden op de daarvoor be-
stemde aansluitpunten en connectors, aan de hand van het
schema dat getoond wordt in afbeelding B2.
Ook de afgifteleidingen (blauw) en de terugkeerleidingen
(rood) van het water voor de koeling van de brander van de
lasinstallatie maken deel uit van de verbindingskabels, en
moeten als volgt aangesloten worden:
• Verbindingskabel kant generator: sluit de leidingen aan op
de respectievelijke snelkoppelingen (blauw en rood) op de
achterkant van de koelinstallatie.
• Verbindingskabel aan trekzijde: de rode en blauwe slangen
aan de betreffende wanddoorvoeren op het achterpaneel
van de trekinrichting aansluiten.
2) Sluit de aardekabel aan op de snelkoppeling met het sym-
bool + (positief) en sluit vervolgens de bijbehorende aardklem
aan op het te lassen werkstuk of op de werkstukkentafel in de
roest-, lak-, en vetvrije zone. Het gebruik van bijzonder lange
aardekabels en verlengsnoeren veroorzaakt spanningsvallen
en enkele problemen die te wijten zijn aan de grotere weer-
stand en inductantie van de kabels, waardoor lasdefecten kun-
nen ontstaan. Neem onderstaande voorschriften in acht om
deze ongemakken te voorkomen:
• Gebruik aardkabels en verlengkabels met een adequate
sectie.
• Leg de kabels zo veel mogelijk uit en voorkom wikkelingen
van de kabel.
3 - Lassen
1) De lasmachine aanzetten door op de lijnonderbreker de posi-
tie 1 te kiezen (Pos. 3, Fig. A).
2) De keuzen/afstellingen uitvoeren van de parameters op het
schakelbord CX (aandachtig de bijgevoegde handleiding door-
nemen).
3) De draad plaatsen (zie de speciale paragraaf in de handlei-
ding van het aanzuigsysteem) met behulp van de toets test
motor, na het verwijderen van het tussenstuk draadgeleiding
van de pook om de vrijgave van de draad mogelijk te maken
tijdens het plaatsen (let op dat het tussenstuk draadgeleiding
overeenkomt met de diameter van de gebruikte draad).
4) Open langzaam de kraan van de gasfles en draai aan het
handvat van de regelaar om een druk van circa 1,3-1,7 bar te
bekomen waarna men op de drukknop test gas drukt en de
stroom geregeld wordt tot een waarde tussen 14 en 20 l/min
in relatie tot de gebruikte stroom voor het lassen.
5) De lasmachine is klaar om te lassen. De afstellingen uitvoe-
ren, de parameters op het aanzuigsysteem kiezen of, op het
schakelbord CX indien ze geselecteerd zijn (aandachtig de
bijgevoegde handleiding doornemen) Beginnen met lassen
door het laspunt te naderen en op de drukknop van de pook
duwen.
6) Zodra het lassen beëindigd is de machine afzetten (deze
handeling kan alleen worden uitgevoerd als de ventilator niet
werkt) en de gasfles sluiten.

Puntlassen

De substantiële verschillen met het MIG-MAG-lassen betreffen in
hoofdzaak de toorts en de instellingen die op het CX controlepa-
neel uitgevoerd moeten worden.
• Op de pook het speciaal tussenstuk gasgeleider monteren voor
hechting (zie Fig. C).
• Op het schakelbord de hechtingfunctie selecteren en de tijd er-
van afstellen.
Handel als volgt om het puntlassen te beginnen:
• Plaats het mondstuk voor de geleiding van het gas loodrecht op
het te puntlassen werkstuk.
• Druk op de toortsknop om de lasstroom en de voortgang van de
draad in te schakelen.
• Na het verstrijken van de ingestelde puntlastijd, zal de voortgang
van de draad automatisch stoppen.
• Door opnieuw op de toortsknop te drukken, zal een nieuwe las-
cyclus begonnen worden.
• Laat de toortsknop weer los.
FIG. C
DIKTE VAN SOLDEERING
(mm)
1,2 ÷ 2
1,5 ÷ 3
3 ÷ 5
5 ÷ 12
≥ 12
≥ 20
Ø ELEKTRODE (mm)
1,6
2
2,5
3,25
4
5
6
FIG. D
5
Tabel 3
Ø ELEKTRODE (mm)
1,6
2
2,5
3,25
4
≥ 5
Tabel 4
STROOM (A)
30 ÷ 60
40 ÷ 75
60 ÷ 110
95 ÷ 140
140 ÷ 190
190 ÷ 240
220 ÷ 330
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Convex 400 basicConvex 500 basic

Tabla de contenido