4 Ingebruikneming
4.1 Ontvanger aansluiten
1) Sluit de ontvanger aan op het volgende appa-
raat (b.v. versterker, mengpaneel). Hiervoor zijn
twee audio-uitgangen beschikbaar:
MIC OUT (10) als XLR-jack, gebalanceerd
voor aansluiting op een microfooningang
LINE OUT (11) als 6,3 mm-jack, ongebalanceerd
voor aansluiting op een ingang met lijnni-
veau; hiervoor kunt u de bijgeleverde verbin-
dingskabel gebruiken
2) Sluit de bijgeleverde netadapter aan op de voe-
dingsspanningsjack (8) en plug hem in een stop-
contact (230 V~ / 50 Hz).
4.2 Batterijen in de zender plaatsen
Voor het gebruik van de radiomicrofoon en de zak-
zender zijn twee mignonbatterijen van 1,5 V (AA)
nodig.
G
Gebruik enkel batterijen of accuʼs van hetzelfde
type en vervang ze steeds allemaal.
G
Neem de batterijen uit het apparaat, indien u het
langere tijd niet gebruikt. Zo blijft het apparaat
onbeschadigd bij eventueel uitlopen van de bat-
terijen.
Lege batterijen en defecte accuʼs horen
niet in het huisvuil. Verwijder ze voor een
milieuvriendelijke verwerking uitsluitend
als KGA (b.v. de inzamelbox in uw gespe-
cialiseerde elektrozaak).
4.2.1 Radiomicrofoon
Om het batterijvak (17) te openen, drukt u op de pijl
van het batterijvakdeksel en schuift u het deksel
hierbij naar beneden.
Breng de batterijen met de positieve en nega-
tieve polen aan zoals aangegeven op het batterij-
vak, en plaats het deksel terug.
4.2.2 Zakzender
2
Om het batterijvak (28) te openen, drukt u op de pijl
van het batterijvakdeksel (24) en schuift u het dek-
sel hierbij naar beneden.
Breng de batterijen met de positieve en nega-
tieve polen, zoals getoond in figuur 3, aan, en
plaats het deksel van het batterijvak terug.
1. alleen bij TXS-611SET en TXS-616SET
2. alleen bij TXS-631SET en TXS-636SET
1
4.3 Sluit en bevestig de
dasspeldmicrofoon
1) Plug de stekker van de dasspeldmicrofoon in de
stekkerbus (25) van de zender. Om de stekker
tegen uittrekken te beveiligen, schroeft u de war-
telmoer van de stekker op de bus.
2) Bevestig de dasspeldmicrofoon op de kleding,
zo dicht mogelijk tegen de mond.
3) Na het doorvoeren van alle instellingen (hoofd-
stuk 4.4 en 5) bevestigt u de zender met de klem
(26) aan de kleding (b.v. aan de riem of de
broeksband).
4.4 Zendkanaal instellen
Een vrij zendkanaal kan op de ontvanger automa-
tisch gezocht of handmatig ingesteld worden. Aan-
sluitend stelt u met slechts een druk op de knop de
1
radiomicrofoon
of de zakzender
roodsignaal op hetzelfde kanaal in.
1) Schakel de ontvanger met de schakelaar
POWER (9) in. Om de zakzender in te schake-
len, schuift u de schakelaar (21) in de stand ON.
Om de radiomicrofoon in te schakelen, schuift u
de schakelaar (16) in de bovenste stand. Na het
inschakelen licht het overeenkomstige display
(3, 14, 22) op.
2) Om automatisch een vrij kanaal te zoeken,
drukt u kort op de toets SELECT (2). Het display
(3) geeft het zoeken aan door een lopend dis-
playsegment. Na korte tijd verschijnt op het dis-
play het nummer van het gevonden kanaal. De
bijbehorende frequenties staan vermeld in de
tabellen op de pagina 40.
3) Voor het handmatig instellen van een
bepaalde zendfrequentie zoekt u het overeen-
komstige kanaalnummer in de tabellen op
pagina 40. Om het kanaalnummer in te stellen,
houdt u de toets SELECT (2) ingedrukt tot de
eenhedenplaats op het display (3) knippert. Stel
de eenhedenplaats in door kort op de toets
SELECT te drukken. Houd de toets opnieuw
ingedrukt tot de tientallenplaats op het display
knippert. Stel de tientallenplaats in door kort op
de toets te drukken. Enkele seconden na de
laatste keer drukken op de toets stopt het knip-
peren. Het ingestelde kanaal is dan opgeslagen.
4) Houd de infraroodzender (15, 23) van de radio-
microfoon / zakzender in de richting van het IR-
venster (6) op de ontvanger. De afstand mag
niet meer dan 1,5 m bedragen en tussen de sen-
2
2
en zakzender
2
via een infra-
NL
B
27