10.3. NAVERWARMER BESTURING
10.3.1. Handhaven van een constante luchttemperatuur
10.3.2. Handhaven van een constante kamertemperatuur
10.3.3. Temperatuur setpoint aanpassing versus buitentemperatuur
Het toevoer setpunt wordt
dan aangepast met betrek-
king tot deze curve, maar
de aanpassing met +/-3°C
vanaf het hoofdscherm bli-
jft mogelijk.
Reguleren van de temperatuur wordt geregeld uit een ver-
gelijking tussen de temperatuur van de uitgeblazen lucht
en de ingestelde waarde via de regelaar.
De toevoer wordt trapsgewijs geregeld met de omgevings-
temperatuur. Het verschil tussen de omgevingstempera-
tuur en het setpoint bepaalt de aanvoertemperatuur.
De regelaar is geprogrammeerd om te reageren op het
verzoek om de omgevingstemperatuur aan te houden
met beperkte verse luchttoevoertemperatuur, binnen een
toelaatbaar bereik (12-30°C)..
De werking van de controller is vergelijkbaar met 10.3.1.
Het verschil bestaat uit het niet defi niëren van slechts één
setpoint, maar een compensatie curve gedefi nieerd in de
fabriek met 8 setpunten.
125