1.
Inleiding
Aan alle ingezetenen van de Europese Unie
Belangrijke milieu-informatie betreffende dit product
Dit symbool op het toestel of de verpakking geeft aan dat, als het na zijn levenscyclus wordt
weggeworpen, dit toestel schade kan toebrengen aan het milieu. Gooi dit toestel (en eventuele
batterijen) niet bij het gewone huishoudelijke afval; het moet bij een gespecialiseerd bedrijf
terechtkomen voor recyclage. U moet dit toestel naar uw verdeler of naar een lokaal
recyclagepunt brengen. Respecteer de plaatselijke milieuwetgeving.
Hebt u vragen, contacteer dan de plaatselijke autoriteiten betreffende de
verwijdering.
Dank u voor uw aankoop! Lees deze handleiding grondig voor u het toestel in gebruik neemt. Werd het
toestel beschadigd tijdens het transport, installeer het dan niet en raadpleeg uw dealer. De garantie geldt
niet voor schade door het negeren van bepaalde richtlijnen in deze handleiding en uw dealer zal de
verantwoordelijkheid afwijzen voor defecten of problemen die hier rechtstreeks verband mee houden.
2.
De stations installeren
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 en volgende van deze handleiding.
Weerstation
1.
Kies een geschikte plaats en stel het weerstation op volgens de aanwijzingen hierboven. Houd
rekening met de windstreken. Koppel de anemometer aan de windwijzer,
2.
koppel de windwijzer aan WIND-aansluiting van de thermo-hygrometer
3.
en koppel de pluviometer aan de RAIN-aansluiting van de thermo-hygrometer.
4.
Plaats ten slotte 3 x AA-batterijen in het batterijvak van het weerstation. Respecteer de polariteit.
Ontvanger
1.
Plaats 2 x AA-batterijen in het ontvangststation en respecteer de polariteit.
2.
Wacht tot de twee stations zich met elkaar hebben gesynchroniseerd.
Dit kan enkele minuten duren. Raak het lcd-scherm van het ontvangststation tijdens de
synchronisatieprocedure niet aan.
3.
Eenmaal gesynchroniseerd, controleer of alle onderdelen naar behoren functioneren.
4.
Kies een geschikte montageplaats voor het ontvangststation.
Doorgaans bedraagt het communicatiebereik tussen de twee stations een afstand van 100 m (open
veld zonder obstakels zoals gebouwen, bomen, voertuigen, hoogspanningsmasten, enz.). Radio-
interferentie van bijvoorbeeld pc's, radio- en tv-toestellen kan de onderlinge communicatie volledig
verstoren. Houd hiermee rekening wanneer u een montageplaats kiest.
3.
De functies
Binnentemperatuur
1.
Raak het lcd-scherm ter hoogte van de binnentemperatuur aan
en druk op + of – om te schakelen tussen de
temperatuurweergave in °C of °F.
2.
Raak het lcd-scherm een tweede maal aan en druk op + of –
om het alarm bij hoge temperatuur (HI AL) in te stellen, of druk
op ON/OFF om het alarm in en uit te schakelen.
3.
Raak het lcd-scherm een derde maal aan en druk op + of – om
het alarm bij lage temperatuur (LO AL) in te stellen, of druk op
ON/OFF om het alarm in en uit te schakelen.
4.
Raak het lcd-scherm een vierde maal aan om de
maximumwaarde op te vragen. Houd de waarde ingedrukt om
de waarde te resetten.
5.
Raak het lcd-scherm een vijfde maal aan om de
minimumwaarde op te vragen. Houd de waarde ingedrukt om
de waarde te resetten.
V. 13 – 12/12/2013
GEBRUIKERSHANDLEIDING
WS1080
9
©Velleman nv